De mogelijkheden van Viagra als middel tegen kanker verdienen veel meer aandacht dan er nu nog aan wordt besteed. Dat valt op te maken uit een overzicht van publicaties op dit gebied, dat zojuist verscheen in het open-accesstijdschrift ecancermedicalscience.
De kansen lijken daarbij vooral te liggen bij een aantal zeldzame maar tot nu toe zeer slecht behandelbare vormen van kanker, zoals hoofd- en halskanker (HNSCC), glioblastoom en avleesklierkanker.
Het overzicht komt voort uit de koker van het Repurposing Drugs in Oncology-project (ReDO) dat onderzoekt in hoeverre bestaande, goedgekeurde, weinig toxische en gunstig geprijsde geneesmiddelen tegen uiteenlopende kwalen toevallig ook bruikbaar zijn tegen kanker. Vergeleken met de ontwikkeling van kankermedicijnen vanuit het niets, scheelt dat een hele hoop gedoe en geld.
Viagra (officieel sildenafil) en verwante erectiemiddelen zoals Cialis en Levitra zijn daarbij een logische keuze omdat ze al vaker van doelwit zijn veranderd. Moleculair gezien zijn het selectieve inhibitoren van fosfodiesterase 5 (PDE5), een enzym dat cyclisch guanosinemonofosfaat (cGMP) afbreekt. cGMP is een signaalmolecuul dat onder meer betrokken is bij de regeling van de bloedstroom, en sildenafil was dan ook primair bedoeld als bloeddrukverlager. Dat de verbeterde bloeddoorstroming ook effect heeft op de geslachtsdelen is niet meer dan een bij toeval ontdekte bijwerking.
Dat PDE5-inhibitie ook potentie heeft tegen kanker, is eveneens bij toeval ontdekt. De afgelopen vijftien jaar hebben diverse groepen met wisselend succes erectiemiddelen toegediend aan celkweekjes en/of muizen. Het werkingsmechanisme is nog niet duidelijk maar mogelijk maakt PDE5-inhibitie het voor de tumor lastiger om het immuunsysteem te onderdrukken. Ook zijn er aanwijzingen dat de inhibitoren de bloed/hersenbarrièrer gemakkelijker doordringbaar maken voor andere chemotherapie.
Het overzicht laat tevens zien dat er inmiddels ook minstens elf klinische tests lopen, maar dat die voorlopig nog allemaal in de kleinschalige fasen 1 en 2 zitten.
De auteurs concluderen dat er eigenlijk veel meer van zulke tests zouden moeten worden gestart, al dan niet in combinatie met kankermedicijnen die al langer als zodanig in gebruik zijn. In de wetenschap dat het middel in elk geval lang niet zo erg is als de kwaal.
bron: ecancermedicalscience
Nog geen opmerkingen