Vrouwen bijna in meerderheid, pensioenvoorziening alleen bij zzp’ers een issue.
De snelle toename in het aantal vrouwen in de chemie en life sciences lijkt niet te leiden tot gelijktrekken van het beloningsbeleid, blijkt uit de jaarlijkse beloningsenquête onder 6.500 mensen in bètasectoren.
Het aandeel van vrouwen in chemie en life sciences neemt snel toe, al is er een groot verschil tussen beide deelgebieden. Onder (moleculair) biologen zijn vrouwen al langere tijd in de meerderheid. Onder chemici en procestechnologen bestaat de nieuwe instroom inmiddels voor ruim een derde uit vrouwen. In zijn algemeenheid geldt: hoe hoger de opleiding, hoe hoger het percentage vrouwen.
Toch laten de enquêteresultaten ook aanhoudende verschillen zien. Zo geven mannen structureel, dus onafhankelijk van de leeftijdsgroep, vaker dan vrouwen aan dat zij er in het afgelopen jaar financieel op vooruit zijn gegaan. Vrouwen rapporteren vaker het gevoel te hebben dat zij onderbetaald worden. De mensen die zeiden er in salaris op vooruit te zijn gegaan, kregen een vervolgvraag voorgelegd: wat was hiervoor de reden? Dat leverde opnieuw een opmerkelijk verschil op. Bij mannen lag het vaakst een beoordeling eraan ten grondslag, bij vrouwen een verandering van functie.
Voor promotiekansen en de kans op een vaste aanstelling zeggen vrouwen vaker dan mannen hieraan een groot belang te hechten. Zij schatten hun kansen hierop echter juist lager in dan mannen. Hoewel dit gaat om een subjectieve inschatting van kansen, is het verschil wel opmerkelijk. Uit het oogpunt van arbeidstevredenheid zullen werkgevers hier iets mee moeten doen.
Pensioen
Werknemers in de bètasectoren blijken zich niet buitengewoon zorgen te maken om hun pensioen, een heet hangijzer in het afgelopen jaar. Bijna 90 % kan rekenen op een (gedeeltelijke) pensioenvoorziening van werkgeverszijde. Een zesde van de respondenten meent dat de voorziening onvoldoende zal zijn, maar slechts een deel van hen spaart bij. Opvallend is dat een deel van de mensen die meent dat voorziening voldoet, toch ook nog spaart voor de oude dag.
Onder zzp’ers is de pensioensituatie minder rooskleurig. Slechts iets meer dan de helft zegt hiervoor te sparen. Bijna een kwart zou dat wel willen, maar ziet er geen gelegenheid toe. Dit gaat echter om een relatief kleine groep; vaste contracten zijn weer in opmars.
De helft van de respondenten meent dat de werkdruk in balans is, maar slechts een kleine minderheid ervaart weinig werkdruk. Ruim 40 % vindt die hoog tot zeer hoog. Daarbij bestaan grote verschillen tussen de sectoren. Onderwijs schiet eruit als sector met de hoogste werkdruk, terwijl de laagste werkdrukbeleving te vinden is in de architectuur/ontwerp en de financiële sector. Het is met name de hoeveelheid werk die bij mensen tot druk leidt.
Ook hier geldt dat het om een subjectieve beleving gaat. Het zegt dus weinig over de daadwerkelijke belasting in de diverse sectoren. Maar stress is, ook als het een relatief begrip is, een belangrijke belevingsfactor. Driekwart van de mensen geeft aan dat de werkdruk soms of vaak een negatieve invloed heeft op hun welzijn of functioneren.
Bekijk hieronder alle resultaten.
Extra documenten
Klik op de link om deze bestanden te downloaden en te bekijkenVolledige resultaten salarisonderzoek
PDF, Bestandsgrootte 0.5 mb
Nog geen opmerkingen