Veel plastic materialen geven giftige stoffen af in water, is de conclusie van een promotieonderzoek uitgevoerd aan de universiteit van Göteborg (Zweden). Niet het plastic zelf is giftig, maar chemicaliën gebruikt in het productieproces wel.

In het onderzoek werden producten die waren gemaakt van verschillende soorten kunststof en synthetisch textiel, gedurende één tot drie dagen in water geplaatst bij verschillende temperaturen (22 en 50 graden Celsius). Met watervlooien (Daphnia magna) werd getest of het water giftige stoffen bevatte.

Bij 28 van de 83 geteste producten (zo’n 33%) bleek dit het geval. Deze producten worden voor verschillende doeleindes gebruikt maar de meeste zijn gemaakt van zacht polyvinylchloride (PVC), polyurethaan of epoxy. Onder andere een tafelkleed, een regenponcho en een gordijn zijn terug te vinden in de lijst. Maar ook badspeeltjes voor kinderen blijken niet veilig; 5 van de 13 producten bedoeld voor kinderen gaven giftige stoffen af.

De onderzoekster Delilah Lithner vond uit dat de watervlooien vooral ten prooi zijn gevallen aan hydrofobe organische stoffen. Deze stoffen zijn afkomstig van het productieproces, bijvoorbeeld de weekmakers in PVC, en zijn nog aanwezig in de polymeren. Maar omdat ze niet aan de polymeren gebonden zijn kunnen ze dus door het plastic worden afgegeven.

Ook ordende Lithner zo’n 50 plastic polymeren op basis van de giftigheid van de gebruikte chemicaliën. Bovenaan staan polyurethaan, polyacrylonitril en PVC. Ze hoopt dat aan de hand van deze resultaten de risico’s voor de gezondheid en milieu beter onderzocht kunnen worden.

Bron: Göteborgs Universitet