Gezondheidsraad wil wettelijk verbod mogelijk maken

Burgers moeten wettelijk worden beschermd tegen de gezondheidsrisico’s van zelftestkitjes, waarmee ze hun eigen bloed, urine, ontlasting of speeksel kunnen (laten) testen op de aanwezigheid van bepaalde stoffen. Dat concludeert de Gezondheidsraad in het Jaarbericht Bevolkingsonderzoek 2007, dat vandaag (maandag) is aangeboden aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

In het advies worden twintig van deze zelftests beoordeeld. Slechts drie daarvan kunnen volgens de Gezondheidsraad worden beschouwd als een aanwinst voor de volksgezondheid. Het betreft een monitoringstest voor het glucosegehalte in het bloed (te gebruiken door mensen met diabetes), een test voor de stollingstijd van bloed (voor mensen die ontstollingsmedicatie gebruiken), en de HPV-thuistest, waarmee vrouwen kunnen zien of ze zijn geïnfecteerd met een virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken.

De overige 17 missen een degelijke wetenschappelijke onderbouwing, of er zijn onvoldoende gegevens over de betrouwbaarheid. Ook zijn er bij die een erfelijke aanleg voor een ziekte opsporen, terwijl je met die kennis toch verder niets kunt doen.

Als voorbeeld van hoe het niet moet wordt een doe-het-zelftest voor prostaatkanker genoemd. Ten eerste moet je maar afwachten of die test betrouwbaar is als hij door een amateur wordt uitgevoerd, ten tweede is nooit bewezen dat vroege opsporing van prostaatkanker leidt tot gezondheidswinst.

Ook van de ‘niercheck’ waarmee getest wordt op eiwitverlies in de urine, zijn de voordelen nooit wetenschappelijk aangetoond.

“De regelgeving is niet voldoende toegerust om deze tests te toetsen en indien nodig toegang tot de markt te weigeren. Het is dan ook zaak de Nederlandse en Europese regelgeving aan te passen, zeker gezien de snelle ontwikkelingen. Ook is winst te behalen door de voorlichting aan consumenten te verbeteren”, zo concludeert de commissie die het advies heeft opgesteld.

bron: Gezondheidsraad

Onderwerpen