Nobelprijswinnaar Richard Roberts werkt voor het bedrijf New England Biolabs. Alle winst van het bedrijf gaat naar onderzoek, waarover Roberts als research directeur de regie voert.
]“Veel van mijn onderzoek in de biologie wordt gestuurd door mijn vroegere opleiding tot chemicus.” Zo opende Richard Roberts (61) zijn Nobellezing in 1993. De ontdekking dat genen uit verschillende stukken, verspreid over het DNA, kunnen bestaan en dat het dus noodzakelijk is om op RNA-niveau een redigeerslag te plegen had Roberts, samen met Philip Sharp, de Nobelprijs voor fysiologie en geneeskunde bezorgd.
Roberts werkt sinds het begin van de jaren negentig voor het tamelijk unieke bedrijf New England Biolabs, dat gelegen is in de buurt van Boston. Een van de belangrijkste productlijnen van het bedrijf zijn restrictie-enzymen. Deze enzymen, die selectief DNA knippen, worden onder meer gebruikt bij het ophelderen van het genoom van organismen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Roberts in de wetenschappelijke adviesraad zat van Celera, het voormalige bedrijf van Craig Venter.
Roberts is een groot pleitbezorger van initiatieven als het open access-model van uitgeven waarbij wetenschappelijke informatie vrij toegankelijk is voor iedereen. Maar ook binnen zijn bedrijf staat gemeenschapszin hoog in het vaandel.
In toenemende mate valt de Nobelprijs aan mensen ten deel die niet bij een universiteit werken. U zelf werkt bij het bedrijf New England Biolabs, wat is daar de reden van?
“Dat is een lang verhaal. Toen ik in 1972 in Cold Spring Harbor werkte, ontdekte mijn lab een groot aantal restrictie-enzymen. Het was duidelijk dat deze enzymen ook bijzonder nuttig waren voor andere onderzoekers. Dus wilde ik met Cold Spring Harbor een bedrijf opzetten om restrictie-enzymen te gaan verkopen. Het idee was dat de winst terug zou vloeien naar het lab om het onderzoek te steunen. Maar directeur Jim Watson [de ontdekker van de structuur van DNA, red.] zag daar geen brood in en was ook niet echt geïnteresseerd. Ik ging toen op zoek naar andere partners om een bedrijf op te zetten. In Boston kwam ik Don Comb tegen die samen met zijn vrouw en een technicus bezig was een bedrijf op te zetten. In eerste instantie werd ik wetenschappelijk adviseur van New England Biolabs. Het begon met drie mensen en nu hebben we 210 werknemers.”
Inmiddels bent u wel in dienst van New England Biolabs getreden?
“Ja, in Cold Spring Harbor had ik het na enige tijd geschopt tot adjunct-directeur maar ik wist dat ik nooit directeur zou worden, behalve als Jim Watson zou overlijden en daar zag het niet naar uit. Het begon saai te worden, ik kreeg te veel administratieve taken te doen. Ik liep rond met het idee om een bedrijf op te zetten om DNA te sequencen. Het geld was inmiddels rond maar toen New England Biolabs dat hoorde, kreeg ik een aanbod van ze dat ik niet kon weigeren. Een jaar later won ik de Nobelprijs en het leven lacht me sindsdien toe.”
U hebt volledige vrijheid om te doen wat u wilt in het bedrijf?
“Ja, als directeur research kan ik doen wat ik wil. Onderzoeksvoorstellen en zo hoef ik niet te schrijven. Men verwacht niet van mij dat ik me met de zakelijke kant bezighoud.”
Wat een luxe voor een onderzoeker. Over welk soort budgetten kunt u beschikken?
“We werken niet met budgetten. Ik tel nooit op wat we per jaar uitgeven. New England Biolabs is een ongewoon bedrijf. Don heeft het bedrijf opgericht voornamelijk uit frustratie over hoe de aanstelling voor hoogleraren verliep op de Harvard Medical School, waar hij associated professor was. Het systeem is dat mensen zich jarenlang over de kop werken, terwijl slechts een extreem klein percentage uiteindelijk een vaste aanstelling krijgt. Don heeft New England Biolabs zo opgezet dat de gemaakte winst aan eigen onderzoek wordt besteed. Op deze manier wilde hij een structuur creëren die Harvard en het National Institute of Health de loef kan afsteken. Het is zo dat ongeveer de helft van onze mensen het geld verdient dat de rest uitgeeft.”
Daar zijn nooit conflicten over?
“Nauwelijks. Het bedrijf is privé-eigendom. Een dergelijke structuur is natuurlijk volslagen ondenkbaar voor een beursgenoteerd bedrijf. Het geld dat aan het eind van het jaar overblijft, wordt min of meer evenredig verdeeld onder de werknemers. Mensen in productie verdienen daardoor gemiddeld meer dan elders, dus die klagen niet. Bovendien profiteert het bedrijf van het onderzoek doordat we zelf onze eigen producten gebruiken en dus precies weten wat onderzoekers willen en wat goed werkt, et cetera. De afspraak met onze onderzoekers is dat zij een derde deel van de tijd werken aan dingen die het bedrijf interessant vindt. Maar verschillende groepen werken aan filaria-nematoden, die onder meer rivierblindheid en elefantiasis (olifantsziekte) veroorzaken. Deze ziekten worden veroorzaakt door een parasiet waar we nu al twintig jaar aan werken. Recentelijk zijn we op een bacterie, een endosymbiont, gestuit die leeft in de darmen van de parasiet. Als je de bacterie doodt, legt ook de parasiet het loodje. Nu hebben we genen gevonden in de bacterie die mogelijk heel interessant zijn als drug-target. Wellicht zal nu de Wereldgezondheidsorganisatie of de Bill Gates Foundation meehelpen met de ontwikkeling van een medicijn. Dit onderzoek is zonder winstoogmerk gedaan, maar is natuurlijk heel fijn om te doen.”
Verwacht u dat dit een nieuw model voor universiteiten wordt?
“Ja, wij opereren op een manier waarop universiteiten zouden moeten functioneren maar het zelden doen, omdat ze als bedrijf worden gerund. Het gros van de universiteiten lijkt meer op een bedrijf dan Biolabs. Niemand bij ons heeft trouwens een grote groep. Elke senioronderzoeker krijgt van het bedrijf een postdoc en een technicus. Mensen zijn vrij om fondsen te werven als ze willen groeien. Maar wat er gebeurt is dat twee of drie groepen de handen ineenslaan om samen iets te onderzoeken. En dat is, denk ik, een heel goede manier om wetenschap te bedrijven. Als ik aan academici beschrijf hoe we werken, willen ze vaak direct solliciteren.”
Eis is natuurlijk wel dat u over heel goede mensen beschikt?
“We selecteren op mensen die goed functioneren in een dergelijke opzet. Veel academici zal het niet bevallen: de mensen met de grote groepen en grote ego’s bijvoorbeeld. Bij ons werken alleen mensen, die graag in een klein verband samenwerken. Die mensen zijn bovendien meestal erg sympathiek.”
Wat zou uw advies aan een jonge wetenschapper zijn?
“Vind iets, of een vakgebied, waarvan je in vuur en vlam raakt. Je onderzoek moet je hobby zijn. Als je maandagochtend wakker wordt moet je denken: Joepie, ik ga vandaag naar mijn werk!”
Verder is het heel belangrijk dat je goede labvaardigheden hebt. Als je namelijk iets raars tegenkomt kun je het experiment twee of drie keer herhalen en dan weet je zeker dat de interessante uitkomst niet afhankelijk is van je techniek. Studenten adviseer ik altijd om bij een jong iemand te gaan werken. Bij iemand die nog echt in het lab staat. Veel mensen gaan als kuddedieren naar de grote namen toe, in de hoop veel van de grote beroemdheid te kunnen leren, maar als ze er dan zijn zien ze de big shot nooit. Werk alleen in een groep waar je begeleider weet hoe je heet, is daarom mijn advies.”
Wat wordt de rol van chemie? Life sciences is het nu helemaal…
“Life sciences is een deelverzameling van chemie. Op het moment is chemie de beste vooropleiding voor een bioloog. Het leuke van chemie is dat het een onderwerp is dat een solide set regels en axioma’s heeft. Het leert je goed na te denken in wetenschappelijke termen. Biologie kan je er later bij leren, dat is met scheikunde veel lastiger. Ik heb altijd gevonden dat ik als chemicus een voorsprong had op mijn collega-biologen. Biologen denken vaak in termen van het organisme. Maar het organisme is niet ontworpen om aan eenvoudige regels te voldoen, maar is het resultaat van een lange evolutionaire geschiedenis. Biologen krijgen hierdoor nog wel eens het idee dat vaagheid erbij hoort, ook als ze experimenten gaan doen.”
Hoe heeft de Nobelprijs uw leven veranderd? Was het krijgen van de Nobelprijs heel bijzonder?
“Ja natuurlijk, hoe kan het anders? De grootste verandering is dat ik allerlei uitnodigen krijg om van alles en nog wat te doen. Op die manier ontmoet je heel veel mensen die ik anders nooit was tegengekomen. Ik heb filmsterren ontmoet, ben een aantal keer uitgenodigd op Buckingham Palace. Je hoeft het allemaal niet te doen. Het eerste jaar ging ik overal op in, inmiddels ben ik selectiever. Het is heel goed voor je ego, een Nobelprijs.”
***Kader***
Vragen voor de 21e eeuw
- Hoeveel soorten microben zijn er? In de oceaan is dat meest voorkomende organisme, met meer dan 10^28 verschillende soorten. De biomassa van alle microben op aarde is groter dan het gewicht van alle macroscopische beesten tezamen.
- Hoe leeft het meest eenvoudige opzichzelfstaande organisme?
- Hoe verlopen de interacties tussen micro-organismen?
- Waar putten we hoop uit om ooit de complexiteit van het leven te begrijpen als je weet dat 30.000 genen meer dan 300.000 mRNA’s opleveren die weer coderen voor 3 miljoen eiwitten?
***Kader***
CV
Leeftijd: 61
Werkzaam: New England Biolabs
Belangrijkste prijs: Nobelprijs voor fysiologie en medicijnen 1993 voor ontdekking van split genes.
Meest spannende recente publicatie: Yu Zheng, Richard Roberts & Simon Kasif, Segmentally Variable Genes: A New Perspective on Adaptation, 2 (4), 452 (2004).
New England Biolabs: www.neb.com
Nog geen opmerkingen