Tas2R7 is het receptoreiwit dat magnesiumzouten bitter laat smaken. Mogelijk veroorzaakt het tevens de effecten van zulke zouten op andere menselijke organen, schrijven Maik Behrens, Wolfgang Meyerhof en collega’s van de Technische Universität München in Biochemical and Biophysical Research Communications.
Het gaat dan met name over magnesiumsulfaat, ook bekend als Epsomzout. Dat wordt per kilo verkocht als badzout en is tevens een eeuwenoud middeltje tegen constipatie en hartritmestoornissen. Bekend is echter ook dat je zware diarree of een hartstilstand kunt krijgen als je er teveel van slikt. Dat maakt het volgens Behrens op zich al logisch dat de tong receptoren bezit die zorgen dat we magnesiumzouten als bitter ervaren: in feite is dat een standaard-waarschuwingsmechanisme tegen toxische stoffen.
De vraag was alleen welke bitterreceptor er voor verantwoordelijk is. Er bestaan er tientallen van, waarvan er voor zover bekend 25 bij de mens tot expressie komen. Deze signaaleiwitten behoren allemaal tot de Tas2R-familie van G-eiwitgekoppelde receptoren (GPCR) en ze lijken heel veel op elkaar, maar ze binden elk een andere groep stoffen. En tot nu toe was onbekend welke Tas2R de magnesiumzouten ‛pakt’.
In München hebben ze het nu simpelweg uitgeprobeerd door de menselijke Tas2R’s een voor een bloot te stellen aan een representatieve concentratie Epsomzout, en te kijken of ze reageerden. Alleen Tas2R7 bleek dat te doen. Vervolgexperimenten wezen uit dat deze receptor niet alleen op Mg2+ reageert maar ook op Mn2+ en Fe2+, en niet op de bijbehorende anionen.
Met die kennis in het achterhoofd wordt het een stuk makkelijker te achterhalen wat Epsomzout nu precies aanricht. De kans is namelijk groot dat dat allemaal via hetzelfde eiwit werkt.
De laatste jaren vindt men Tas2R-eiwitten in steeds meer andere organen dan de tong. In 2014 waren de Duitsers co-auteur van een Australische publicatie die onthulde dat ze bij knaagdieren tot expressie komen in het hart en dat je zo’n hart inderdaad kunt stilzetten met stoffen waar zo’n Tas2R op reageert. Of dat ook geldt voor menselijke harten en specifiek voor Tas2R7 moet nog worden onderzocht, maar de kans daarop lijkt groot. En daarna is het haast routine om uit te zoeken waar het door Tas2R7 afgegeven signaal uiteindelijk terechtkomt, en hoe je daarop wellicht kunt ingrijpen met wat subtielere en minder riskante hartmedicatie dan Epsomzout.
In de darmen zijn trouwens ook al Tas2R-eiwitten gevonden en heel recent bleken ze ook in huidcellen te zitten. Een verklaring voor de overige effecten van Epsomzout zit er dus allicht ook aan te komen.
bron: TU München
Nog geen opmerkingen