Niks leuker dan voor de klas staan. Als scheikundeleraar ziet Brenda Terpstra haar jeugddroom in vervulling gaan.
“Al op de kleuterschool wist ik dat ik lerares wilde worden, en dat ben ik tijdens de middelbare school leuk blijven vinden. Daarvoor moest ik een vak kiezen en dat is scheikunde geworden. Natuurkunde vond ik ook interessant, maar ik dacht dat het te moeilijk voor me was. Nu weet ik beter. Ik geef onder meer natuurkunde en scheikunde aan de derde klas, zo kan ik de lessen op elkaar afstemmen. Dan geef ik het atoommodel bij scheikunde en kan ik vervolgens elektriciteit bij natuurkunde behandelen – want dan weten ze al wat elektronen zijn.”
Geweldig
“Kennis overdragen vind ik geweldig. Zo’n molecuul is helemaal nieuw voor ze en dan ben ik degene die ze dat geleerd heeft. Sommige leerlingen komen meteen met allemaal vragen: hoe zit het dan met radioactieve stoffen of met Einstein? Als ik begin met formules vragen ze of ik meteen ‘E = mc2’ kan uitleggen. Voor de precieze kneepjes daarvan moet je echter in de bovenbouw zijn. Ik heb gemerkt dat het een averechts effect heeft als je te veel uitlegt. Dan kunnen de leerlingen in de war raken.
Ik probeer scholieren te motiveren om het natuurprofiel te kiezen. Daarvoor houd ik een leuk onderwerp achter de hand: met de kerst gaan we vuurwerk maken. Dat vinden ze helemaal geweldig. Hoe je vlammen kunt kleuren door er ijzerpoeder of aluminiumpoeder in te gooien, of door in ethanol verschillende zouten op te lossen die verschillende kleuren geven.”
Eigen lesstof
“Ik heb nu veel meer grip op de lessen dan in het begin. Toen had ik bijna net zoveel tijd nodig voor zes lesuren als ik nu gebruik voor drieëntwintig. Ik gebruik het boek ook niet meer. Daar staat bijvoorbeeld een plaatje van de Daltons in – van Lucky Luke – en de vraag wie dat zijn en hoe vaak het woord ‘atoom’ in het hoofdstuk voorkomt. Dat is echt belachelijk om aan vwo’ers te vragen. Dus heb ik zelf lesstof geschreven. Het hoofdstuk over verbranding heb ik bijvoorbeeld verwerkt in de lessen over vuurwerk. Explosies laat ik zien met een blikje methaangas dat ontploft als er voldoende zuurstof bijkomt. Dat vinden ze prachtig. Vragen ze of het nog een keer kan en pakken ze hun mobieltje erbij om het te filmen.
Voor het mentoraat van het orkest ben ik speciaal met dwarsfluit begonnen. Dat is heel anders dan lesgeven, het is meer een hobby. Soms merk je bijna niet meer dat je leraar en leerling bent, dan gaat het naar vriendschappelijk toe.”
***Kader***
Naast wie zou je graag in het vliegtuig willen zitten, en waarom?
“Naast de piloot, misschien ben ik mijn roeping misgelopen (denk het niet hoor!).”
Met welk molecuul zou je jezelf willen vergelijken?
“Buckminsterfullerene, C60. Lekker veelzijdig.”
Grootste blunder op je werk?
“Iets te veel knalgas en geen oordopjes!”
Wat is je bijgebleven van je sollicitatie?
“De vraag: ‘Waarom is een meisje als jij in hemelsnaam scheikunde gaan studeren?’”
Nog geen opmerkingen