Fornix Biosciences uit Lelystad gaat wellicht toch nog haar gelijk halen bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, maar dan wel postuum. Een horrorscenario, zo oordeelt vandaag het Financieele Dagblad.

Vorig jaar zag Fornix zich gedwongen om alle activiteiten te verkopen en zichzelf op te heffen. Het bedrijf produceerde al vele jaren een middel tegen graspollenallergie, genaamd Oralgen. Gebruikers vinden dat het werkt, maar dat is nooit officieel bevestigd. En toen het CBG de zoveelste aanvraag voor een officiële registratie afwees en de zorgverzekeraars vervolgens lieten weten dat ze Oralgen dus niet meer zouden vergoeden, zag het bedrijf geen toekomst meer.

Inmiddels is de allergiedivisie voor een bescheiden bedrag verkocht aan de Deense concurrent ALK. Die maakt een sterk op Oralgen gelijkend middel dat wél Europees geregistreerd is, naar verluidt omdat men zo slim was om de aanvraag in te dienen in Zweden waar de autoriteiten kennelijk wat minder moeilijk doen. ALK is dan ook niet geïnteresseerd in Oralgen maar wel in Fornix’ klantenbestand.

Deze week werd ook de Duitse dochteronderneming Artu Biologicals verkocht. Van Fornix is nu alleen nogeen zak geld over, plus een divisie medische hulpmiddelen die te klein is om zelfstandig voort te bestaan. Daarvoor wordt dus ook een koper gezocht.

Maar intussen liep er nog wel een zaak bij de Raad van State over die afwijzing. Onlangs kwam de uitspraak: die afwijzing was in principe terecht maar het CBG heeft wél ernstige vormfouten gemaakt. In concreto is geweigerd om eeen aantal onderzoeksgegevens mee te nemen waarmee Fornix de werking van Oralgen dacht te kunnen aantonen.

Kortom: het CBG moet de beoordeling overdoen en het zou zomaar kunnen dat Oralgen dan ineens wél wordt goedgekeurd. Wat zullen die Denen dan lachen.

bron: FD