Numico is een van de grootste producenten op het gebied van baby- en klinische voeding. Een gesprek met Wim van Gelder, directeur Research bij Numico. Tussen farma en voeding.

Het bedrijf Numico, met als bekendste merk natuurlijk Nutricia, is de laatste paar jaar heel diep gegaan. In, wat het Financieele Dagblad kenschetste als ‘een vlaag van volledige bedrijfsblindheid’, heeft toenmalig topman Hans van der Wielen in 1999 en 2000 voor een bedrag van 4,3 miljard dollar de Amerikaanse bedrijven GNC en Rexall gekocht. Het management van Rexall dat zich fors had verrijkt met de verkoop bleek incompetent. De vitaminemarkt klapte in elkaar. En het bedrijf gooide de goede reputatie te grabbel door met producten met dubieuze gezondheidsclaims op de markt te komen.

De nieuwe topman Jan Bennink had er genoeg van en heeft flink de bezem door het bedrijf gehaald. Eind vorig jaar zijn de vitaminedochters verkocht voor 1 miljard dollar. Daarmee is in een paar jaar tijd ruim drie miljard dollar aan kapitaal vernietigd. De strategische focus van het bedrijf is nu weer terug naar babyvoeding en klinische voeding.

Michiel Quarles van Ufford en Wim van Gelder zijn zichtbaar opgelucht dat het bedrijf weer op koers is. Quarles van Ufford is directeur Corporate Communicatie van Numico en Van Gelder is verantwoordelijk voor de wereldwijde inspanning op het gebied van research. Opvallend genoeg staat nergens in de jaarverslagen hoeveel Numico aan R&D spendeert. “Dat klopt,” zegt Van Gelder, “dat maken wij nooit bekend, voornamelijk omdat de R&D sterk gefragmenteerd is en sterk verweven met de business. Het staat dus ook dikwijls onder regie van marketing. Toch is er nu de trend om de R&D onder één noemer te brengen, die wel sterke links met alle andere afdelingen houdt.” In ieder geval werken er binnen R&D 250 mensen in de basis Research en 80 mensen in ontwikkeling, maar ook op meerdere productielocaties en binnen de innovatieteams van de marketingafdelingen zijn developers aanwezig. Van Gelder schat dat in totaal 450 mensen binnen Numico zich met R&D bezighouden. “Dat komt neer op zestig miljoen euro als je alles meerekent, wat Numico aan onderzoek en ontwikkeling uitgeeft.” Dat is ongeveer vier procent van de omzet, dat voor het afgeslankte Numico wordt geschat op 1,5 miljard euro over 2003. Twee derde hiervan is afkomstig uit het segment babyvoeding, de rest uit klinische voeding.

Oligosacchariden

Binnen het segment babyvoeding onderscheidt Numico drie doelgroepen: de zwangere vrouw met de ongeboren vrucht, de moeder die borstvoeding geeft aan de zuigeling en de peuter tot een jaar of drie. Van Gelder: “Het blijkt dat moedermelk toch meer is dan eiwit, vet, suikers, vitamines en mineralen. De natuur verrast ons altijd weer.” Quarles van Ufford: “Moedermelk blijft het allerbeste wat er is. Bij Numico is het adagio: Breast is Best. Maar niet voor alle moeders is het mogelijk om gedurende zes maanden borstvoeding te geven. Wij willen in die situaties het beste alternatief bieden.” Van Gelder: “Zo hebben we recent ontdekt dat de oligosacchariden in moedermelk, in tegenstelling tot wat iedereen dacht, tóch een functie hebben. Dat lag deels voor de hand omdat er meer oligosacchariden dan eiwitten in moedermelk aanwezig zijn. Het blijkt dat een specifieke combinatie van hoogmoleculaire fructosen en laagmoleculaire galactosen bij baby’s een bifidogene werking heeft. Deze componenten stimuleren de ontwikkeling van gezonde bacteriën in de darmen. Daarnaast wordt de pH verlaagd wat de hoeveelheid pathogene bacteriën reduceert. De door deze bacteriën afgescheiden gifstoffen zijn vaak de oorzaak van buikloop en darmkrampen. Numico heeft de specifieke combinatie van oligosacchariden die in klinische studies effectief bleek te zijn gepatenteerd en deze worden nu geproduceerd, deels uit melk en deels uit plantaardig materiaal zoals aardpeer en banaan. We zijn met de nieuwe formulering dus een stap dichter bij ons doel gekomen. Je begrijpt dat hier jaren analytisch, biomedisch en klinisch onderzoek achterzit. Het mooie is dat de nieuwe flesvoeding de darmflora verbetert zonder dat we de baby zelf blootstellen aan levende bacteriën. De volgende stap is aan te tonen dat het immuunsysteem er ook beter van wordt, waardoor we allergieën helpen voorkomen. Het lijkt erop dat dit mogelijk is doordat de combinatie van oligosacchariden in moedermelk de overgang van het immuunsysteem van de moeder naar dat van het kind helpt te bewerkstelligen. Vraag blijft wel met alle verbeteringen in de flesvoeding in hoeverre je op bijvoorbeeld zesjarige leeftijd daar nog iets van terugziet”, aldus Van Gelder. “Daar wordt op dit moment veel onderzoek naar gedaan. Opvallend is dat ouders in Azië ontzettend gespitst zijn op de intellectuele ontwikkeling van hun kinderen. Toevoegingen van langketenige onverzadigde vetzuren die de ontwikkeling op jonge leeftijd stimuleren, als arachidonzuur en DHA (omega-3 vetzuren) vinden daar gretig aftrek.”

“Maar het moge duidelijk zijn dat wij met onze producten pas de markt opgaan zodra wij de key opinion leaders overtuigd hebben”, vervolgt Van Gelder. “Ik ben erg blij met de zeer goede contacten die we met medici wereldwijd hebben. Deze mensen willen namelijk alleen maar met je samenwerken als je zeer ethisch te werk gaat. Kinderartsen zijn, in mijn ogen, echt prachtmensen. Wellicht omdat ze de hele dag omgaan met zwangere vrouwen en baby’tjes. Maar natuurlijk zijn deze artsen ook zeer kritisch, die willen kijken hoe het er in je lab aan toegaat, et cetera.”

“Met babyvoeding mag nu eenmaal niets misgaan”, vult Quarles van Ufford aan: “Babyvoeding kent ook geen huis- of B-merken, vertrouwen is ongelofelijk belangrijk. Als je zuigelingenvoeding kunt maken, dan kun je elk voedingsproduct maken, want de eisen zijn nergens zo stringent. Daarnaast is toestemming van Brussel nodig voordat je met een nieuw product voor zuigelingen op de markt mag komen. Het voordeel dat wij wel hebben ten opzichte van de farma-industrie is dat wij niet dezelfde zeer langjarige toxicologische studies hoeven te doen voor componenten die uit bestaande voeding worden geïsoleerd.”

Klinische voeding

Ondervoeding treedt niet alleen op in ontwikkelingslanden. Het blijkt dat een fors aantal ouderen en zieken als ‘medisch ondervoed’ leeft. Deze groepen eten soms eenvoudigweg te weinig om alle essentiële voedingsstoffen binnen te krijgen. Andersom, voor nierpatiënten bijvoorbeeld, waarbij stoffen slechts heel langzaam uit de bloedbaan verdwijnen, bestaat het gevaar voor schade door te veel mineralen en fosfaten. Numico heeft een voedin g voor nierpatiënten geïntroduceerd die een hoge energiedichtheid en een relatief hoog eiwitgehalte combineert met een heel lage mineraalconcentratie en een extreem laag percentage fosfaat. Vooral de laatste is bijzonder schadelijk voor dialysepatiënten. Het fosfaat bindt normaliter in het lichaam aan calcium om tanden en botten te versterken. Bij een te hoog fosfaatgehalte wordt calcium onttrokken aan de botten van de patiënt met alle gevolgen van dien. Van Gelder noemt het nieuwe product een technologisch hoogstandje: “Om een dergelijke formulering stabiel te maken is heel lastig. Dat zullen concurrenten ons niet gauw nadoen. We hebben jaren gesleuteld om de fysisch-chemische eigenschappen goed te krijgen.”

“Het leuke met klinische voeding is dat medische specialisten ons vaak benaderen met de vraag of wij een oplossing hebben voor x, y of z. In combinatie met het verlichten van het lijden van de patiënt werkt dat heel motiverend voor onze onderzoekers.” Een belangrijke productentak binnen de klinische voeding zijn de voedingen die via een sonde worden toegediend. “Drie jaar geleden hebben we ook daar een stap voorwaarts kunnen doen door de toevoeging van carotenoïden. Normaal krijg je deze stoffen, die zowel als antioxidant optreden, maar bijvoorbeeld ook voor het gezichtsvermogen heel belangrijk zijn, via groenten en fruit binnen. Patiënten leven soms jaren op vloeibaar voedsel via de sonde en deze componenten bleken noodzakelijk te zijn voor een goede gezondheid.

Suikerziekte

Een ander interessant product vindt Van Gelder Diasip voor diabetici. “Bij een patiënt met suikerziekte gaat het erom de pieken in de glucoseconcentratie in het bloed zo laag mogelijk te houden. Een diabeticus synthetiseert namelijk tegelijk met insuline een bijproduct, het co-eiwit Isle-amyloïde polypetide, dat aggregaten vormt en hiermee de eilanden van Langerhans op termijn vernietigt. Opvallend zijn de gelijkenissen met het mechanisme dat leidt tot Alzheimer, waarbij ß-amyloïde in de hersenen samenklontert.” Diasip zorgt voor een verlaging van de glucosepiek met bijna een factor twee ten opzichte van standaardvoeding.

Klinische voeding kan in de visie van Numico zelfs een nog belangrijkere rol spelen. Op dit moment wordt er binnen het concern gewerkt aan een voeding voor hartpatiënten, bijvoorbeeld patiënten die niet geopereerd kunnen worden omdat de hartspier te verzwakt is. Er is onderzoek gaande met formuleringen met ondermeer hartspierversterkende componenten om de hartspier weer zo krachtig te maken dat een operatie binnen drie maanden mogelijk moet worden. Belangrijkste toevoegingen zijn creatine (voor de voorziening van energierijke verbindingen), carnitine (transport van vetzuren als energiebron), co-enzym Q10 (ter stimulering van de energieproductie door mitochondriën) en taurine (voor de calciumbalans in het hart die belangrijk is voor de contractiële eigenschappen, in het bijzonder voor de pompkracht van het hart). “De eerste klinische studies zijn bijzonder hoopgevend, maar producten zullen pas over enkele jaren op de markt komen”, vertelt Van Gelder. “Het onderzoek met de vele samenwerkingsverbanden met medische topgroepen uit de hele wereld illustreert wel onze werkwijze. Heel belangrijk in onderzoek is snelheid, dat heeft alles te maken met kennisuitwisseling, met het afbreken van Chinese muren tussen afdelingen, het stimuleren van samenwerkingen binnen het bedrijf en met partners buiten het bedrijf.” Er zit in elk geval nog genoeg in de pijplijn volgens de researchdirecteur om jaren vooruit te kunnen.

***Kader***

Voedingsfeiten

Tijdens het gesprek kwamen zoveel opmerkingen over eten en gezondheid aan bod, dat we die de lezer niet willen onthouden:

  • Een recent grootschalig Engels onderzoek heeft aangetoond dat veel peuters onvoldoende vitamine D, jood, ijzer en voedingsvezels binnenkrijgen.
  • Heel jonge kinderen mee laten eten met wat de pot schaft, is waarschijnlijk niet goed. Allergiedeskundigen waarschuwen voor de aanwezigheid van koemelk-eiwitten in voedsel voor peuters. Dit kan aanleiding geven tot allergieën.
  • Eten van vette vis is gezond. Dit is voornamelijk vanwege de omega-3 vetzuren, die niet alleen goed zijn voor hart- en bloedvaten maar ook voor de geestelijke gezondheid. Van Gelder waarschuwt wel dat de balans tussen omega-3 en omega-6 vetzuren ook van belang is. “Veel mensen krijgen te weinig omega-3 vetzuren binnen ten opzichte van de plantaardige (omega-6) vetzuren.”
  • De huid heeft een goede bescherming tegen pathogenen. In de darmen, ons grootste orgaan, wordt het immuunsysteem het meest op de proef gesteld. Een gezonde darmflora draagt daarom bij aan een goede weerstand.
  • Let op met de inname van te veel vitamines. Er zijn producten op de markt met heel veel vitamine A bijvoorbeeld. Van Gelder vraagt zich af of dit nog wel verantwoord is.

Onderwerpen