Vitamine D is goed voor je botten, maar tegen hart- en vaatziekten en kanker richt het vermoedelijk niets uit. Het lijkt er eerder op dat een slechte gezondheid het vitamine D-gehalte in het bloed verlaagt, schrijven onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel in The Lancet Diabetes and Endocrinology.
Formeel bewijst het nog niet dat vitamine D écht niet helpt. Maar dat het wél helpt, wordt door deze metastudie een stuk minder waarschijnlijk.
Dat is vooral slecht nieuws voor farmaceuten die de mensheid extra vitamine D proberen aan te praten. In de VS schijnt bijna de helft van de volwassenen vitamine D-supplementen te slikken, wat een jaaromzet van 600 miljoen dollar oplevert. In Europa loopt de handel nog niet zo hard maar er wordt aan gewerkt.
Zoals bekend maakt het menselijk lichaam die vitamine D deels zelf aan, onder invloed van uv-straling uit zonlicht. De rest krijgt het binnen via de voeding. Dat de stof een belangrijke rol speelt bij de calciumhuishouding staat vast: berucht is de ‘Engelse ziekte’, een botaandoening die vooral optreedt bij jonge kinderen die onvoldoende zonlicht krijgen.
Maar dat er ook een verband lijkt te bestaan tussen vitamine D-gebrek en diverse andere acute en chronische ziektes op latere leeftijd, was tot nu toe vooral een observatie. En het lijkt ook niet meer dan dat te zijn, als we de nu gepubliceerde literatuur-review van VUB-hoogleraar Patrick Mullie en collega’s mogen geloven.
Kort samengevat hebben ze de gegevens van 290 prospectieve observatiestudies en 172 gerandomiseerde klinische studies naast elkaar gelegd. Van eerdere claims dat extra vitamine D de kans op hart- en vaatziekten, diabetes en darmkanker fors zou verkleinen, blijft dan statistisch gezien weinig over.
Volgens Mullie zijn de eerdere waarnemingen mogelijk vertroebeld doordat het omgekeerde effect wél optreedt: “Wat deze discrepantie suggereert is dat afname van de vitamine D-bloedniveaus een marker zijn van een verslechterende gezondheid. Vergrijzing en inflammatoire processen die betrokken zijn bij ziekten verminderen vitamine D-concentraties, wat zou verklaren waarom vitamine D-deficiëntie gemeld werd in een breed scala van aandoeningen.”
bron: VUB
Nog geen opmerkingen