Zijn virussen dan toch échte levende wezens?

In een Parijse koeltoren is een gigantisch virus aangetroffen dat last heeft van een ander, veel kleiner virus. Die primeur melden onderzoekers van het CNRS UPR-lab in Marseille op de website van Nature.

Het versterkt vermoedens dat zo’n virus tóch tot de levende organismen moet worden gerekend, iets wat biologen traditioneel zelden doen. “The fact that it can get sick makes it more alive”, aldus viroloog Jean-Michel Claverie.

Het grote virus is een nieuwe stam van het Acanthamoeba polyphaga mimivirus (APMV), een parasiet die in amoebes leeft. APMV werd rond 1990 voor het eerst geïsoleerd maar toen vanwege zijn afmetingen voor een bacterie aangezien. Pas in 2003 ontdekten de Fransen dat het echt een virus is, met een collectie van 900 genen die het gebruikt om geïnfecteerde amoebes tot een efficiënte virusfabriek om te bouwen.

De Parijse stam is nog iets groter dan het eerste mimivirus en daarom mamavirus gedoopt. En onder de elektronenmicroscoop bleek er een tweede virusje aan te hangen dat de naam Sputnik heeft meegekregen.

Sputnik blijkt onderdelen van de virusfabriek te lenen om zichzelf na te maken. Volgens de Fransen produceert zo’n fabriek daardoor minder mamavirussen, die vaak ook nog eens beschadigd zijn. Dat suggereert dat het mamavirus echt ‘ziek’ wordt door de infectie.

Opvallend is ook dat drie van de 21 Sputnik-genen nauw verwant zijn aan genen van het mamavirus. Mogelijk wisselt de parasiet genetisch materiaal uit tussen verschillende mamavirussen, en helpt zo een handje bij de evolutie.

bron: NatureNews.

Onderwerpen