Volgens ceo Tom Van Aken groeit Avantium al drie jaar achtereen met meer dan 40 procent. Het Amsterdamse bedrijf, gespecialiseerd in high throughputexperimenten voor de petrochemische en de farmaceutische industrie, heeft innovatie hoog in het vaandel staan.
“Het was heel pijnlijk, ook omdat we een aantal goede mensen zijn kwijtgeraakt. Maar het was nodig”, zegt Tom van Aken over de reorganisatie bij Avantium. Sinds december 2005 staat Van Aken (36) aan het roer van Avantium. Het bedrijf is zes jaar geleden opgezet met Shell-technologie door een consortium van grote bedrijven, kapitaalverstrekkers en de drie technische universiteiten. Het richt zich speciaal op high throughputexperimentatie. Aanvankelijk groeide Avantium voorspoedig, maar in 2002 kwam het in zwaar weer terecht.
Van Aken licht toe: “Er werden geen keuzes gemaakt. In de begintijd hebben we software ontwikkeld, eigen programma’s opgezet samen met universiteiten, we deden katalyseonderzoek, kristallisatiewerk voor farmaceutische toepassingen én procesontwikkeling. Dat was te veel. We hebben inmiddels de overhead enorm teruggebracht, het was toch een beetje een minimultinational geworden. We zijn ons gaan richten op de meest gezonde onderdelen: katalysatoronderzoek voor de (petro)chemische industrie en kristallisatieonderzoek voor de farmaceutische en de biotechindustrie. Met alle andere activiteiten zijn we gestopt. In totaal zijn we van honderdvijftien werknemers teruggegaan naar minder dan vijftig. Maar, dit is het derde jaar achtereen dat we met 40 tot 50 procent in omzet groeien, we maken winst en hebben bijna honderd mensen in dienst. Nu hebben we een gezonde basis.” Van Aken is zijn carrière begonnen bij DSM en is sinds 2002 in dienst van Avantium. Een interview met een optimistische ceo.
Zijn alle aandeelhouders van het eerste uur nog aan boord?
“Niemand is eruit, maar de venture capitalists die er in de tweede en derde financieringsronde zijn ingestapt, hebben het aandeel van de oorspronkelijke eigenaren wel verdund tot minder dan 5 procent.”
Hoe zijn je ervaringen met de risicokapitaalverstrekkers?
“Het is heel simpel. De venture capitalists zijn hier om winst te maken met hun investering. Zij sturen puur op rendement. Maar dat is helder. Onze eerdere industriële partners hadden allerlei andere wensen en strategische belangen, die waren lastig met elkaar te verenigen. Als je zes bankiers bij elkaar zet, gaat het enkel en alleen om waarde creëren. Het is voor ons een stuk makkelijker. Het helpt natuurlijk ook dat zij Avantium als een succesverhaal zien.”
Hoe zien zij een exit, is dat een beursgang?
“Een beursgang is mogelijk, hoewel het huidige klimaat niet geweldig is. Octoplus, wat ik een schitterend bedrijf vind, had toch moeite om veel geld op te halen. De publieke markten zijn erg wispelturig, dat maakt het moeilijk om op te sturen. We weten zeker dat onze investeerders er vroeg of laat uitstappen. In het bedrijf is in totaal zestig miljoen geïnvesteerd, voornamelijk in technologie. Het is heel moeilijk een bedrijf als dit te waarderen. Je hebt weinig vergelijkingsmateriaal. Maar niet voor niets komen de grootste bedrijven van de wereld hiernaartoe, dat betekent dat je veel toegevoegde waarde levert.”
Levert Avantium uitsluitend diensten?
“Sinds vorig jaar verkopen we ook ‘tools’. De Crystal16 is daarvan een voorbeeld. Dat is een apparaat om zestien parallelle kristallisatie-experimenten in te kunnen doen. In zestien buisjes is de temperatuur te variëren en wordt de lichttransmissie gemeten. Met slimme software krijg je zo snel een indruk van de beste kristallisatiecondities. De verkoop gaat erg goed, daarom denken we de groei nog even door te kunnen zetten. Met onze tools kun je niet hetzelfde doen als wat wij als service aanbieden, maar de klant kan wel de productiviteit van de eigen R&D-afdeling verhogen. En dat wil iedereen, maar het moet wel eenvoudig zijn. Met de Crystal16 kun je binnen een half uur aan de slag.
Het leuke is dat de grote farmabedrijven nu met publicaties komen op basis van resultaten uit onze apparaten, dat heeft een sneeuwbaleffect. We maken de apparatuur overigens niet zelf, de hele productie is uitbesteed, dus we zijn niet gelimiteerd in capaciteit. Het is eigenlijk een prachtig visitekaartje. Grote bedrijven hebben toch wat vrees om informatie te delen. Als ze eerst een apparaat bij je kunnen kopen dat goed bevalt, is een volgende stap sneller gezet.
Aan de chemiekant hebben we de Flowrence, een klein fixed bed-systeem met zestien reactoren waarmee vrij eenvoudig heterogene katalysatoren zijn te testen onder verschillende reactieomstandigheden. Dat wordt binnenkort gelanceerd. Daarnaast kijken we naar katalysatoren voor biomassaconversietoepassingen. Die willen we helemaal zelf gaan ontwikkelen.”
Je hebt het dan niet over biokatalysatoren en enzymen?
“Nee, we werken aan heterogene katalysatoren. Ik ben ervan overtuigd dat er op het terrein van biomassaconversie veel met heterogene katalysatoren zal gebeuren. Als alle chemische bedrijven alleen maar via fermentatieroutes gaan werken, hebben ze niks aan de huidige installaties, dat is een weinig aantrekkelijk economisch perspectief. Alle bestaande infrastructuur is ingericht voor flowprocessen. Dat gebied ligt nu open.”
Tijdens Het Element vertelde je bijzonder blij te zijn dat je er industriële ontwerpers bij hebt gehaald.
“Ja. Het eerste prototype van de Crystal16 zag er een beetje als een frituurpan uit. De mensen van ons marketingbureau zeiden: “Het zal vast wel een prachtig apparaat zijn, maar hier gaat toch niemand 75.000 euro voor betalen!” Een industrieel ontwerpbureau heeft het ding opnieuw vormgegeven tot een heel cool en aantrekkelijk apparaat. Het kan precies hetzelfde, maar nu komen mensen ons zeggen dat ze het een mooi object vinden. Dat is ook wel een les voor het hele bedrijf geweest. Van oorsprong waren wij heel technologiegericht, nu hebben we een echt businessteam opgezet dat weet hoe je iets moet verpakken, presenteren en verkopen. Dat is essentieel geweest voor ons succes.”
Hoe gaat het met de kristallisatiebusiness?
“Het gaat nog steeds goed, met name omdat farmabedrijven hun producten door middel van kristalvormpatenten beter willen beschermen. Dat is niet het enige: door verbeterde kristalvormen te vinden van je medicijn lost dit sneller op of zijn andere fysische eigenschappen mogelijk. Dat heeft direct een voordeel voor de patiënt en dus zijn bedrijven bereid daarin te investeren. Het laatste nieuws op dit gebied is co-kristallisatie. Men laat bijvoorbeeld formuleringsproducten of andere stoffen tegelijkertijd met het medicijn kristalliseren. Dat geeft enorm veel mogelijkheden, maar hoe ga je dat patenteren? Dat wordt het nieuwe slagveld waarin de makers van generieke medicijnen de strijd aangaan met de grote farmabedrijven.”
Is er wel ruimte voor innovatie als de orderportefeuille uitpuilt?
“Het innovatieve karakter van het bedrijf is alleen maar omhooggegaan sinds we het zo druk hebben gekregen. Je bent dan ook gedwongen om creatief te zijn. Dat vind ik het allerleukste van hier werken: de creativiteit van de mensen, dat is echt ongelooflijk. We moeten wel keuzes maken, er zijn te veel ideeën. We hebben ook mensen die niet meedraaien in klantprojecten, maar puur technology development doen. Die krijgen een opdracht, bijvoorbeeld: met deze apparatuur willen we naar hoge druk of temperatuur. Dan zorgen zij voor technologische oplossingen.”
Wat is jouw rol hierin? Wat doe je als ceo?
“We hebben één keer per maand technology development meetings waar alle projecten worden besproken en die zit ik voor. Ik kan het zelf natuurlijk niet allemaal beoordelen, daar hebben we experts voor, maar op die manier houd ik me wel op de hoogte van wat er speelt. En kan ik bijsturen als het een kant op gaat die niet meer relevant voor de business is. Als ceo houd ik me veel bezig met het aannemen van nieuwe mensen. Dat was de afgelopen tijd het belangrijkste. De juiste mensen aantrekken is cruciaal voor de groei en onze continuïteit. Verder moet je ervoor zorgen dat mensen happy zijn, dat de organisatie goed draait en dat de sfeer in orde is. Daarnaast blijf ik natuurlijk een ‘business-iemand’, dus ik kan het niet laten om me ook met klanten te bemoeien. Deze week alleen al zijn er vijf klanten van over de hele wereld op bezoek hier. Hoe tevreden je klanten zijn, bepaalt het succes voor de komende jaren.”
Je hebt gezegd dat de innovatieagenda in Nederland te veel wordt gedomineerd door de grote bedrijven.
“Wij hebben geen tijd om te lobbyen, de Big Five heeft dat natuurlijk wel. Grote bedrijven hebben een veel directere rol in hoe goed de kleinere bedrijven in Nederland het doen. DSM of Shell bijvoorbeeld kunnen overal een opdracht neerleggen. Grote spelers moeten zorgdragen voor een ecosysteem van kleine bedrijven om zich heen, ze de hand boven het hoofd houden als het een tijdje moeilijk gaat. Dat hebben wij in Nederland niet meegemaakt. De multinationals hebben een dubbele rol. Weliswaar gaat de meerderheid van de subsidies naar het mkb, maar dat bepaalt te weinig de agenda. Van onze subsidieaanvragen is
80 procent afgewezen omdat die niet precies in het vakje pasten. Ik zou dat graag anders zien, minder gedacht vanuit de controleerbaarheid.”|
Nog geen opmerkingen