‘Ik was eerst vooral verrast, en misschien ook wel een beetje gevlijd. Iemand vond mijn artikel blijkbaar goed genoeg om te kopiëren. Maar het blijft natuurlijk een kwestie van plagiaat’, schrijft een geplagiariseerde wetenschapper aan Harold Garner. De Amerikaanse biochemiehoogleraar ontwikkelde een zoekmachine die artikelen in Medline, een database van medische wetenschappelijke artikelen, onderzoekt op de mate van overeenkomst. In Science publiceerde hij onlangs zijn resultaten en de reacties daarop van de betrokken auteurs en uitgevers.
Vooral in de medische commune is plagiaat gevaarlijk. Vaak leveren casussen en klinische onderzoeken op zichzelf namelijk nog geen overduidelijke conclusie. Het is dan nodig om meerdere studies met statistiek samen te voegen om tot een conclusie te komen. Publiceer je een onderzoek twee keer, dan krijgt het resultaat twee keer zoveel impact bij die samenvoeging en dus bij de vorming van de ‘eindconclusie’. Of je het nu zelf naar meerdere tijdschriften stuurt (duplicaat) of dat anderen dit voor je doen (plagiaat) maakt daarbij weinig uit. “Een arts kan daardoor een verkeerde beslissing nemen en iemands gezondheid schaden”, aldus Garner.
In 42 procent van de gevonden plagiaten stonden bovendien onjuistheden, ontdekte Garner. Data wordt gefabriceerd, gekopieerd of is niet consistent. In één geval werden menselijke vrijwilligers in een klinische test simpelweg vervangen door apen. ‘Nu had de aap een huiduitslag – het moet een mooi gezicht zijn om dat onder hun vacht te zien!’, smaalt de auteur van het oorspronkelijke artikel in Garners Science-artikel van half maart.
De situatie wordt nog ernstiger als je bedenkt dat recente resultaten vaak als eerste worden vermeld bij de zoekresultaten van bijvoorbeeld PubMed of Web of Science. En daar doet het feit dat de meeste latere publicaties in obscure tijdschriften staan niets aan af. “Desondanks worden de originele artikelen wel vaker geciteerd dan de plagiaten; die zijn soms dan ook al 10 jaar eerder geproduceerd”, vertelt Garner. “Maar wie niet vergelijkt, vindt dat eerdere artikel nooit.”
ETBLAST
De zoekmachine van Garner – eTBlast – was eigenlijk bedoeld om gerichter door de medische literatuur te zoeken. “Als je op een normale manier zoekt met enkele zoektermen, krijg je 300.000 artikelen terug. Dan weet je echter niet hoe goed die resultaten echt bij jouw onderzoek passen. Daarom geven wij een score van overeenkomsten mee.”
De kunst daarbij is dat de zoekmachine niet uitgaat van een enkele zoekterm, maar direct alle zoektermen – én synoniemen daarvan – uit hele paragrafen tekst meeneemt. Zo vind je heel gemakkelijk vergelijkbaar onderzoek. Ideaal als je wilt weten wat er op jouw vakgebied gebeurt.
Een paar jaar geleden kwam de Amerikaan op het idee om zijn zoekmachine in te zetten op gedupliceerde en geplagiariseerde artikelen. In 2008 vond hij meteen al drie keer zoveel plagiaten als het totale aantal teruggetrokken artikelen over 2007. “We hadden vooraf niet verwacht dat we met eTBlast zoveel dubbelingen zouden vinden”, vertelt Garner. “We hebben vanwege onze beperkte mankracht tot nu toe nog maar ongeveer tweehonderd artikelen nader onderzocht die erg veel op elkaar lijken en verschillende auteurs hebben. In totaal heeft eTBlast al meer dan negenduizend van dergelijke artikelen gevonden.”
NATIVE
Plagiaat blijkt deels iets cultureels, ontdekte Garner. “Het komt duidelijk meer voor in tweede- en derdewereldlanden. Daar zijn ze wanhopig op zoek naar manieren om wetenschappelijke erkenning te krijgen. Ze hebben echter vaak niet de juiste instrumenten om daadwerkelijk goed onderzoek te doen.”
En hoe staat het met het Nederlandse onderzoek? Als grootste wetenschapsland publiceerde de VS volgens Garner dertigduizend artikelen in Medline die waarschijnlijk zijn overgenomen of meerdere keren ingediend. Zelf schreven de Amerikanen in zo’n 26.000 artikelen substantiële delen over. Nederlanders doen het iets slechter: zij namen eigen en andermans onderzoek net iets vaker over dan dat ze origineel onderzoek publiceerden dat is gekopieerd. eTBlast vond 3.500 verdachte artikelen uit Nederland; het aantal oorspronkelijke publicaties lag enkele honderden lager. “Dat kan voor een deel komen doordat artikelen eerst in de eigen taal en later in het Engels zijn gepubliceerd. Maar zelfs dan moet je aangeven dat het om hetzelfde onderzoek gaat.”
Dat taal een probleem kan zijn, blijkt wel uit de reacties op Garners enquête in Science. ‘Ik ben geen native speaker en daarom heb ik vaak moeite om mijn ideeën goed uit te drukken…’, verklaart een auteur zijn fraude. Maar ook niet-Engelstaligen maken zich schuldig aan het overnemen van complete paragrafen. Garner: “Reviewartikelen vormen een disproportioneel deel van de plagiaten. In alle disciplines zijn er dan ook teveel reviews geschreven.”
PAKKANS
Een deel van het probleem is waarschijnlijk te wijten aan de te hoge publicatiedruk – om te promoveren moet een onderzoeker immers publiceren. En als je weinig resultaten hebt om te publiceren en origineel te zijn, kun je altijd nog dat reviewartikel (over)schrijven. Snel in elkaar zetten en insturen naar een wetenschappelijk tijdschrift dat het toch wel accepteert, lijkt het devies.
5 procent van de ondervraagden in een anonieme enquête van de National Institutes of Health geeft dan ook aan weleens een artikel dubbel te hebben ingestuurd en 1 procent geeft zelfs toe plagiaat te hebben gepleegd. Hoe dat komt? De pakkans zonder eTBlast is zo laag dat in sommige plagiaten de titel letter voor letter is overgenomen. Een auteur merkte het zelfs niet op dat zijn artikel gekopieerd werd toen hij het zelf als redacteur van een tijdschrift weer onder ogen kreeg.
En wat als redacteuren het wel merken? De door Garner gewaarschuwde redacteuren hebben in 83 van de 212 gevallen een intern onderzoek opgestart. Slechts 46 van die onderzoeken hebben tot nu toe geleid tot het terugtrekken van het artikel door het tijdschrift. Een maatregel die vaak niet verder gaat dan het verwijderen uit de eigen database en een kort briefje op de website. Daarmee is het artikel nog niet verwijderd uit grotere onderzoeksdatabases als PubMed.
http://spore.swmed.edu/dejavu/
Bron: C2W Life Sciences 7, 4 april 2009
Nog geen opmerkingen