Hersenonderzoeker Angelique van Ombergen haalde dit jaar de prestigieuze lijst ‘30 under 30’ van Forbes. ‘Dat helpt om een breder publiek te bereiken.’

Wie haar cv leest, vraagt zich af hoe al die activiteiten, passies en prijzen in dertig jaren passen. Levensjaren, welteverstaan, niet carrièrejaren. De Vlaamse hersenwetenschapper Angelique van Ombergen leeft intens. Dat zag ook Forbes, het gezaghebbende Amerikaanse mediabedrijf, dat Van Ombergen dit jaar op de Europese lijst ‘30 under 30’ zette. In de categorie Science & Healthcare behoort ze daarmee nu tot de meest invloedrijke en veelbelovende jonge professionals in Europa. Sinds begin dit jaar werkt ze als coördinator humaan onderzoek bij de Europese ruimtevaartorganisatie ESA.

‘In 2017 haalde ik mijn doctoraat in Antwerpen’, vertelt ze. ‘Ik onderzocht hoe de hersenen van astronauten reageren op gewichtloosheid. We weten al wel dat een lang verblijf in de ruimte de botten brozer maakt en de spieren zwakker, maar over de invloed op de hersenen was nog weinig bekend.’

 

Het gaat niet alleen over astronauten en gewicht­loosheid’

Van Ombergen legde astronauten in een MRI-scanner voor en na een verblijf in de ruimte. ‘We zagen nadien meer vocht in de hersenen’, vertelt ze. ‘Hier op aarde is alle vloeistof gelijkmatig over het lichaam verspreid, dankzij mechanismes die we ontwikkelden om op te boksen tegen de zwaartekracht. Denk aan kleppen die het bloed gemakkelijker omhoog laten stromen dan omlaag. Maar als de zwaartekracht wegvalt, dan werken die systemen tegen je.’
Is dat erg, meer hersenvocht? ‘Dat weten we nog niet. Daarvoor is nog meer onderzoek nodig’, antwoordt Van Ombergen. ‘Maar dat is lastig omdat er maar zo weinig astronauten bestaan.’ Uiteindelijk moet het onderzoek methodes opleveren die de hersenen beschermen tijdens een langdurig verblijf in de ruimte.

 

Zichtbaarder

Bij ESA doet Van Ombergen niet langer zelf onderzoek. Ze coördineert er de studies naar mensen in de ruimte. ‘Dat gaat lang niet alleen over astronauten en gewichtloosheid’, benadrukt ze. ‘Het meeste onderzoek gebeurt gewoon hier op aarde, bijvoorbeeld op basis van paraboolvluchten, isolatie- en bedruststudies.’
Het laboratorium mist ze niet. ‘Het is fijn om nu breder te kunnen werken’, zegt ze, ‘en om meer zicht te hebben op de uiteindelijke toepassingen. Niet alleen astronauten moeten er beter van worden, maar ook patiënten op aarde.’ Het hersenonderzoek levert bijvoorbeeld inzichten op in evenwichtsstoornissen en hersenaandoeningen.

Die toepassingen communiceert Van Ombergen graag naar het brede publiek. ‘Veel van het onderzoek wordt betaald met publiek geld’, vertelt ze. ‘Dan vind ik dat je ook wat moet teruggeven.’ Maar eigenlijk vindt ze die communicatie vooral heel leuk om te doen. Ze schreef al twee kinderboeken, over hersenen en over ruimtevaart, en een derde staat op stapel. Ze geeft lezingen en treedt op in de media. ‘Daar helpt de nominatie van Forbes wel bij, ja. Op zichzelf betekent die niet zoveel – al is die wel fijn, natuurlijk. Maar die maakt je vooral zichtbaarder. En dat helpt dan weer om een breder publiek te bereiken.’