EZ trekt 218 miljoen euro uit om technostarters te stimuleren. Maar alleen als de markt er brood in ziet.

‘Alles begint met pionieren’. Dat is het motto van TechnoPartner, het nieuwe stimuleringsprogramma van staatssecretaris Karien van Gennip (EZ). TechnoPartner moet bewerkstelligen dat meer Nederlanders een bedrijf beginnen op basis van een technische vinding. Neil Armstrongs eerste voetafdruk op de maan is het beeldmerk, en Anthony Fokker en Steve Jobs dienen als poster boys.

Volgens de staatssecretaris, zelf een Delftse ingenieur met naar eigen zeggen een passie voor techniek, dreigt Europa economisch achter te raken op de rest van de wereld. Alle beetjes technologische voorsprong helpen om het tij te keren. Ze vertelt het verhaal van de man die hardloopschoenen aantrekt als hij een hongerige leeuw ziet aankomen. Zijn maat zegt: “Wat heeft dat voor zin, die leeuw rent toch harder.” Waarop de eerste antwoordt: “Maar ik loop nu wel harder dan jij!”

Markt bepaalt

Velen zien er een voortzetting in van BioPartner, het startersprogramma voor de life sciences. Inderdaad zullen sommige onderdelen van BioPartner onder de vlag van TechnoPartner worden voortgezet. Maar voor de rest is de opzet totaal anders. Om te beginnen krijgen de BioPartner Centra, die starters goedkope bedrijfsruimte bieden, voorlopig geen opvolgers. “Geen bakstenen meer”, zegt Van Gennip resoluut. “Ge­ bouwen hebben we genoeg, nu moeten we ze vullen met apparaten en met mensen.”

Veel belangrijker is dat TechnoPartner niet kiest voor een bepaalde branche. BioPartner kwam voort uit de wens om van biotechnologie een speerpunt te maken. Dit keer gaat het er puur om dat er meer technostarters moeten komen. Wat voor starters, dat mag de vrije markt bepalen. Mocht dit betekenen dat de speerpunten van de overheid niet aan bod komen, bijvoorbeeld omdat geldschieters de terugverdientijd te lang vinden, dan is dat jammer. “So be it”, aldus Van Gennip. “Als de markt geen toekomst ziet in een bepaald bedrijf, dan moet de overheid daar ook niet in investeren.”

Octrooimachines

Waar investeert zij wél in? Om te beginnen in het Subsidieprogramma Kennis­ Exploitatie. SKE moet zorgen dat de kennis, die bij kennisinstituten op de plank ligt, wordt omgezet in producten en diensten. Dat kan op een hoop verschillende manieren. In aanmerking komen bijvoorbeeld technostarters die advies zoeken, maar ook universiteiten die een octrooi willen aanvragen. Van de kosten wordt maximaal de helft vergoed. En mochten de universiteiten met klachten komen dat ze worden gedegradeerd tot octrooimachines, dan heeft Van Gennip haar antwoord klaar: “Wórd dat eerst maar eens. Dan praten we daarna verder.”

Een ander initiatief is het TechnoPartner Label, een uitbreiding van de Borg­ stellingsregeling MKB. Banken die de plannen van een starter niet vertrouwen, kunnen via TechnoPartner advies inwinnen bij deskundigen van SenterNovem. Die kijken of het luchtfietserij is. Zo niet, dan stelt EZ zich gedeeltelijk garant voor de gevraagde lening. Ook komt er een Pioneer Academy, die cursussen ‘ondernemerschapsvaardigheden voor techneuten’ organiseert.

Tot slot gaat Technopartner veel aan PR doen. Zo zal op middelbare scholen propaganda worden gemaakt voor het ondernemerschap. “Bij ons wil een op de vijf scholieren ooit een eigen bedrijf beginnen”, aldus Van Gennip. “In een land als Frankrijk is dat veertig procent.”

Flexibel

Voor TechnoPartner is in totaal 218 miljoen euro beschikbaar, uit te geven vanaf nu tot en met 2010. De verdeling over de verschillende onderdelen hangt af van hun succes. Zo wordt voor SKE in eerste instantie tien miljoen per jaar uitgetrokken. “Maar als ik word overspoeld met goede plannen, dan zal ik bezien of dit budget kan worden verhoogd”, belooft Van Gennip.

Het geld is er. Nu de pioniers nog.

Onderwerpen