In de samenleving is een ‘technische middenklasse’ ontstaan die zich onderscheidt door ‘sociaal isolement en culturele apathie’. Dat is een van de conclusies uit een onderzoek in opdracht van de Britse omroep BBC, dat in eigen land momenteel veel stof doet opwaaien.

Het onderzoek rekent af met het idee dat de Britse eilanden zijn op te splitsen in een ‘upper class’, ‘middle class’ en ‘working class’. En ook met de recentere perceptie dat die laatste groep is uitgestorven en de middle class is te verdelen in ‘upper’, middle’ en ‘lower’.

Voor de ‘Great British Class Survey’, waarvan de resultaten zojuist online zijn gezet door het wetenschappelijke tijdschrift Sociology, hebben 161.000 Britten een vragenlijst ingevuld. Daarbij werd niet alleen naar afkomst en inkomen gevraagd maar ook naar sociale contacten en vrijetijdsbesteding.

Er kwam uit dat je 7 sociale klassen kunt onderscheiden. Daarbij lijken de moleculaire beroepsgroepen vooral in de bovenste drie te zitten, al staat dat niet met zoveel woorden in de publicatie. Degenen met een hoge leidinggevende functie behoren tot de elite, net als bijvoorbeeld de oude adel. Daaronder zit de als ‘cultureel omnivoor’ omschreven ‘established middle class’ waartoe onder meer de bovenste laag technisch gschoolden lijkt te behoren: milieu- en kwaliteitsprofessionals worden met name genoemd.

Maar daaronder zit een gloednieuwe ‘technical middle class’ die meedogenloos wordt neergezet als financieel welvarend maar met het geringste aantal sociale contacten van allemaal. ‘Het lijkt wel of ze vrijwel alleen met collega-professionals communiceren’, verzuchten de auteurs. Ook aan cultuur in welke vorm dan ook doet deze groep het minst. Dat ze vooral in saaie Londense voorsteden wonen, lijkt niet toevallig.

Als voorbeelden worden piloten, medisch radiologen, apothekers, docenten in het voortgezet onderwijs en ‘natural and social science professionals’ genoemd. In een reactie had ons eigen Radio 1 het over ‘laboratoriummedewerkers’, maar dat staat niet met zoveel woorden in het onderzoek.

Daaronder zitten dan nog ‘new affluent workers’ (de goed verdienende jeugd, dus waarschijnlijk een groot deel van die labmedewerkers), de sterk vergrijsde traditionele werkende klasse, de ‘emergent service workers’ (slecht verdienende, dienstverlenende jeugd) en het ‘precariaat’, het nieuwe proletariaat dat het hoofd net boven water houdt.

In hoeverre deze resultaten representatief zijn voor andere landen waar klassenbewustzijn lang niet zo sterk ontwikkeld is, blijft natuurlijk de grote vraag.

bron: BBC

Onderwerpen