Nederlands jongste grootmeester ooit, Daniel Stellwagen, studeert scheikunde én schaakt op wereldniveau.

Op het gymnasium was het voor Daniel (17) de keus tussen scheikunde of biologie. Hij koos voor scheikunde, omdat het hem interessanter en breder leek. Als specialisatie had hij eerst biochemie in gedachten, maar na een aantal maanden studeren weet hij het niet meer. Over wat hij in de toekomst wil gaan doen, heeft hij nog niet echt een beeld: “Het hangt af van het niveau dat ik dan met schaken heb.” Daniel is op dit moment 444e op de wereldranglijst en achtste van Nederland.

 

Combineren

Voordat Daniel begon met zijn studie heeft hij eerst met de studieadviseur overlegd of het mogelijk was een studie scheikunde te combineren met schaken. Het bleek wel mogelijk, maar na een groot toernooi betekent het wel inhalen van tentamens en practica.

Op de vraag of er een verband is tussen schaken en scheikunde, antwoordt hij: “Totaal niet. Schaken is niet alleen logisch nadenken. Het is ook op de tegenstander spelen, weten wat zijn speelstijl is.” Volgens anderen is Daniels speelstijl aanvallend.

Toen het interview plaatsvond, was Daniel net terug van het Corus-toernooi in Wijk aan Zee. Omdat hij ziek werd en hoge koorts kreeg, ging het wat minder dan verwacht. Hij eindigde als achtste in de Grootmeester groep B.

Daniel traint gemiddeld twee uur per dag en door het jaar heen speelt hij meerdere grote toernooien. Daardoor blijft er weinig tijd over voor het studentenleven. Hij heeft veel contact met andere schakers die meestal wel ouder zijn. “Er zijn wel betere en nog jongere schakers in de wereld, maar die trainen vaak ook fulltime.” Voor het schaken moet hij veel reizen. Daarom gaat hij in de zomervakantie niet op vakantie, maar blijft hij ‘gewoon’ thuis en doet mee aan schaaktoernooien.

Zowel schaken als scheikunde heeft bij Daniel grote prioriteit. Een voorkeur voor een van beide heeft hij dan ook niet. “Als het niet zou zijn gelukt om schaken en scheikunde te combineren, weet ik eigenlijk niet wat ik gedaan zou hebben. Schaken vergt veel concentratie en uithoudingsvermogen. De partijen duren gemiddeld vier en maximaal zeven uur. Studeren is relaxter.”

Onderwerpen