Met een bijdrage van 7.500 euro per student per jaar wil de KNAW de betrokkenheid van studenten bij het onderzoek vergroten. Hoe? Bied ze een bijbaan met inhoud.

Het zogenoemde Akademie-assis­tent­schap moet 150 studenten per jaar een betaald bijbaantje aan de universiteit opleveren. Het ministerie van OCW stelt daarvoor komend jaar 1 miljoen euro beschikbaar, plus 3 miljoen voor de periode 2010-2012. Faculteiten kunnen bij de KNAW een aanvraag indienen voor de financiering van tien tot vijftien Akademie-assistenten. Verantwoordelijk minister Ronald Plasterk zei bij de presentatie van het initiatief dat studenten “beter van de tap naar het lab gaan, als je zo’n keuzemogelijkheid hebt.” Reacties uit het veld.

Anja Palmans, hoofd van het Junior Researchers Instituut van de afdeling Macromolecular and Organic Chemistry van de TU Eindhoven

“Wij bieden sinds 2002 studenten de mogelijkheid voor een bijbaan in het lab. De Akademie-assistent is een goed initiatief, al hangt natuurlijk veel af van de invulling. Bijvoorbeeld hoeveel tijd je in de begeleiding steekt. Ook vind ik dat de output meetbaar moet zijn. Zo komen onze studenten geregeld als coauteur in publicaties terecht, of mogen ze soms een poster van hun onderzoek presenteren op een congres. Studenten zijn enorm gemotiveerd en creatief; ze hebben net nieuwe vakken gedaan en worden niet gehinderd door vastgeroeste kennis. Dat levert echt iets extra’s op. Het helpt ze ook om zich te oriënteren op afstuderen en promoveren; zeker twintig promovendi die hier werken zijn ooit via het Junior Researchers Instituut binnengekomen.”

Hidde Terpoorten, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), samen met de KNAW initiatiefnemer van de Akademie-assistent

“Dit initiatief is erop gericht om meer studenten op een positieve manier te

betrekken bij de wetenschap. En dan in de plaats van een saai bijbaantje in een callcenter. Het is een win-winsituatie: de universiteit krijgt gemotiveerde krachten en de student een leuke en inhoudelijke bijbaan. De invulling van het Akademie-assistentschap is nog niet helemaal vastgelegd: daarvoor dient de pilot van dit jaar. Het wordt waarschijnlijk een stapje minder inhoudelijk dan een stage in bijvoorbeeld een laboratorium. We hopen natuurlijk dat veel onderzoekers er gebruik van gaan maken, zodat het een serieuze bron van werkgelegenheid wordt.”

Cees Gooijer, hoogleraar toegepaste spectroscopie, VU Amsterdam

“In het verleden heb ik vaak studenten gehad die assisteerden in het onderwijs. Daar heb ik heel goede ervaring mee, zeker als een student dat drie jaar achtereen deed. Dan kon je eerst investeren en later profiteren van de opgedane ervaring. Studentassistenten zijn wat onderwijs betreft toch vaak meer gemotiveerd dan promovendi, die zijn vooral bezig met hun promotieonderzoek.

Als het gaat om onderzoek, dan zie ik ook voordelen. Je kunt elkaar tijdens zo’n assistentschap beter leren kennen. Het levert zo extra keuze op als je zoekt naar een nieuwe promovendus.”

Jan Reedijk, hoogleraar anorganische chemie, Universiteit Leiden

“Alles wat je extra kunt bieden aan gemotiveerde studenten is meegenomen. Zeker in vergelijking met een baantje in de supermarkt. Binnen onze faculteit deden en doen we dit al. Ook ik heb wel eens uit eigen onderzoeksmiddelen een student aangesteld voor een dag in de week, om wat extra binding te geven. Daar moet natuurlijk wat tegenover staan, zoals onderzoek en onderwijs. Het aantal student­assistenten is de afgelopen jaren wel afgenomen, maar niet helemaal tot nul gedaald. Het aantal Nederlands sprekende aio’s is ook namelijk sterk gedaald. Als er onvoldoende voor onderwijs gekwalificeerde aio’s zijn, heb je studentassistenten nodig om bijvoorbeeld eerstejaars onderwijs en practica te begeleiden, zeker nu de studentaantallen weer zijn gegroeid.”

Bron: C2W23, 29 november 2008

Onderwerpen