De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen wil studenten toegepast onderzoek laten verrichten voor het bedrijfsleven. De eerste offerte naar een taugéproducent is al de deur uit.

“Het is voor studenten ontzettend belangrijk dat zij praktische vaardigheden en ervaring kunnen opdoen op het gebied waarin ze later ook werkzaam zullen zijn.” Aan het woord is Guido Matthée, initiatiefnemer van het expertisecentrum en productgroepmanager bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (de HAN). Het expertisecentrum HAN Bio Centre is om verschillende redenen opgericht. Studenten leren toegepast onderzoek te verrichten voor bedrijven en kennisinstellingen. Zij worden hierbij begeleid door docenten of specialisten die hun sporen hebben verdiend in het onderzoek. Een andere reden is dat het kenniscentrum een niche in de markt vult, meent Matthée. “Het midden- en kleinbedrijf (MKB) laat vaak onderzoek verrichten door mlo’s. Uit gesprekken met het MKB blijkt dat dit ten koste gaat van innovatie. Onderzoeksinstituten als TNO zijn vaak te duur om in de arm te nemen. Wij beschikken over kennis en expertise die we graag willen uitdragen en zorgen zo voor een win-winsituatie.”

 

Doelmatigheid

De offerte voor de eerste opdracht is al de deur uit. Evers Specials Taugé, importeur van Chinese mung beans waaruit taugé groeit, is opdrachtgever van een meerjarenonderzoek, waarmee tienduizenden euro’s gemoeid zijn. Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een test om mung beans naar hun soort en zuiverheid te kwalificeren. Cor Hurks, directeur van Evers Specials Taugé: “We kwamen via contacten die we hadden met de biotechnologie opleiding van de Hogeschool Larenstein terecht bij het expertisecentrum. Toen deze opleiding overgenomen werd door de HAN zijn wij als het ware meegegaan. Door met het HAN Bio Centre in zee te gaan, houden we meer zicht op de uitvoering van het onderzoek. Particuliere onderzoeksinstellingen willen vaak hun eigen inbreng leveren, wat de doelmatigheid van de onderzoeksvraag in de weg staat.”

Maarten Lörtzer, persvoorlichter van TNO, is het hier niet mee eens: “TNO is zeker niet te duur voor het MKB, wij zijn de grootste innovatiepartner van het MKB in Nederland. Als met het leveren van eigen inbreng bedoeld wordt dat we onafhankelijke resultaten willen leveren, dan kan dat inderdaad zo worden opgevat.”

 

Sceptisch

Matthee: “Het HAN Bio Centre kan gebruik maken van de faciliteiten en de expertise van het hlo. Ook krijgen wij apparatuur van de bedrijven waarvoor we werken als deel van de overeenkomst. Evers levert ons een PCR-apparaat en van een ander bedrijf hopen we een fermenter te krijgen. Maar de faciliteiten en de mensen hier op het hlo, en voornamelijk hun netwerken, zijn essentieel voor ons voortbestaan.” Tussen alle nieuwe gebouwen op de HAN verrijst ook een laboratorium speciaal voor het expertisecentrum. Nu wordt laboratoriumruimte nog gehuurd.

Het HAN Bio Centre is opgericht met geld van de HAN en met een Europese subsidie die (hopelijk) eind maart wordt toegekend. Matthée: “Maar daar gaan we maar van uit.” Ook participatiegelden van bedrijven helpen het expertisecentrum van de grond. “Wij hebben nu twee jaar speelruimte om onszelf te bewijzen, want daarmee moet je je klanten uiteindelijk binnen halen. We zijn net begonnen en het is belangrijk om eerst een goede naam op te bouwen.” In het najaar zal op de HAN een dag worden georganiseerd, waarbij bedrijven en het HAN Bio Centre nader kunnen kennismaken. Het expertisecentrum mikt op het MKB, maar ook een multinational mag komen aankloppen. “Wij kunnen veel betekenen in het voortraject van onderzoek. Dit kunnen we goedkoper doen dan het bedrijf zelf. Toch is het niet de bedoeling dat we afhankelijk worden van één multinational. Liever hebben we een aantal kleinere bedrijven.”

Bert Kip, general manager van DSM Resolve, dat commercieel onderzoek verricht voor externe bedrijven, is sceptisch over het slagen van het HAN Bio Centre. “Het zal niet eenvoudig zijn om er een behoorlijke markt voor te vinden. Het MKB heeft vaak kortetermijnproblemen. Zij zitten niet te wachten op een onderzoek wat jaren zal duren. Het lijkt mij nog een uitdaging om structureel onderzoek voor het MKB te verrichten.”

 

Winst

Matthée verwacht een omzet van rond enkele tonnen per jaar, waarbij gestreefd wordt naar een winstmarge van vijf procent. “Deze winst zal terug gaan naar de HAN. Maar voordat we die vijf procent winst besteden, willen we nog een gedeelte aan goede onderwijsdoelen in het buitenland geven.”

Omdat het life sciences-vakgebied zo breed is, is het uiteindelijk de bedoeling dat het expertisecentrum zich specialiseert in één richting. Welke richting staat nog niet helemaal vast, maar dit zal wellicht fermentatie of moleculair DNA-onderzoek zijn.

Bij een onderzoek naar de mung beans zullen ongeveer tien studenten betrokken zijn. Onder de studenten is veel animo voor het expertisecentrum. Matthee: “Het staat goed op je CV, daarbij krijgen de studenten ook betaald en ze krijgen er studiepunten voor als het binnen hun competentieontwikkeling valt.” Studenten moeten wel eerst solliciteren voordat ze bij het HAN Bio Centre aan het werk kunnen.

 

 

***Kader***

Eerste afgestudeerde

Sanela Svraka is de eerste student die afstudeert als Master of Molecular Life Sciences. Zij deed haar majorproject bij RIVM, maar in de toekomst is het de bedoeling dat studenten hun master kunnen afronden op het HAN Bio Centre. Met de Master of Molecular Life Sciences heeft de HAN in Nijmegen de eerste en enige hbo master op het gebied van moleculaire wetenschappen die opleidt tot toegepast onderzoeker. De opleiding duurt twaalf maanden en is speciaal bedoeld voor studenten met een achtergrond in de (bio)chemie.

Sanela begon met nog drie andere studenten aan de opleiding en op 15 februari was ze de eerste die de mastertitel kreeg toegekend. Inmiddels zijn er zestien masterstudenten, van wie vier uit het buitenland. Sanela: “Het sloot goed aan op mijn vooropleiding. Ik had er een tachtig procent baan naast en dan is het soms wel zwaar, maar als je je ervoor inzet is het goed te doen. Het is voornamelijk avondstudie en heel veel verslagen schrijven. Het Engels vond ik ook geen probleem, daar raak je gauw genoeg aan gewend. Ik vond het een leuke en interessante studie.”

Onderwerpen