Mysterieuze houtbehandeling gaf instrumenten hun unieke klank

Het esdoornhout van een Stradivariusviool heeft een andere chemische samenstelling dan het hout van minder waardevolle violen of dat van een hedendaagse esdoorn. Dat melden Amerikaanse onderzoekers in Nature. Ze vermoeden dat Stradivarius zijn hout chemisch voorbehandelde en dat zijn violen mede daardoor zo fraai klinken.

De onderzoekers hebben zaagsel verzameld bij vioolrestaurateurs. Daarvan hebben ze NMR- en FTIR-spectra opgenomen.

Antieke Franse en Engelse violen blijken vrijwel dezelfde spectra te vertonen als recent gekapt esdoornhout uit Bosnië. Een cello van Stradivarius wijkt er ook niet veel van af. Een eerdere viool van dezelfde maker vertoont echter een duidelijke verlaging van enkele NMR-pieken die worden geassocieerd met acetyl-, methoxy- en ligninegroepen. Bij een viool van tijdgenoot Guarnerius is de afwijking nog groter.

De FTIR-spectra laten vergelijkbare verschillen zien. Op basis van deze pieken speculeren de onderzoekers op een omzetting van lignine in quinonen.

Eerdere onderzoekers hebben gesuggereerd dat de vioolbouwers hun hout impregneerden met kaliumsilicaat (waterglas). Die stof is nu niet aangetroffen. Wat het dan wél voor behandeling was, is nog een raadsel. Mogelijk werd het hout gekookt in een oplossing van (bijvoorbeeld) koperzouten, als bescherming tegen houtworm.

De onderzoekers suggereren dat de chemische behandeling het hout oxideerde en hydrolyseerde. Volgens onderzoeksleider Joseph Nagyvary (Texas A&M University) worden hierdoor de lage tonen gedempt.

Nagyvary, die zelf ook violen bouwt, heeft al eerder aangetoond dat het gebruikte vernis eveneens een rol speelt. Volgens hem zou het goed zijn als vioolbouwers zich wat meer in materiaalwetenschappen verdiepten.

bron: Nature, Scientific American

Onderwerpen