Voor startende ondernemers zijn er allerlei mogelijkheden voor advies en financiële ondersteuning. Maar laat je niet te veel afleiden.

Als startende ondernemer komt er veel op je af. Professionele hulp is welkom om alle financiële, organisatorische en andere praktische zaken in goede banen te leiden. Vooral als het gaat om subsidies kan het je gaan duizelen. Maar geld voor dure consultants heb je niet. Geen nood, op verschillende terreinen is er voor starters veel hulp beschikbaar.

Vaak is hulp dichtbij huis te vinden. Zo zijn er de gratis spreekuren voor technostarters, een initiatief van TechnoPartner, de Kamers van Koophandel en de Nederlandse Orde van Uitvinders (NOVU). Bij dertien KvK’s verspreid door heel Nederland kunnen starters terecht voor een gesprek met een NOVU-coach. Kijk ook zeker bij de regionale ontwikkelingsmaatschappijen, die zijn dol op startende ondernemers. Technostars (Zuid-Nederland), LIOF Startersfonds (Limburg), Starterslift (West/Midden Brabant), Startimpuls Utrecht en sinds 1 november Flinc (Noord-Nederland) – allemaal initiatieven waar technostarters terechtkunnen.

In grote lijnen hebben ze dezelfde werkwijze: starters krijgen praktische ondersteuning op verschillende terreinen door ze te koppelen aan experts en organisaties uit het netwerk van de betreffende instantie. Die koppeling en het algemeen advies zijn meestal gratis en van de specifieke diensten (boekhouding, administratie, juridisch advies) van netwerkpartners kun je tegen een gereduceerd tarief gebruikmaken. Ook kun je ondersteuning krijgen bij het vinden van huisvesting en bij het leggen van contacten met kennisinstellingen in de regio. Een voorwaarde voor al die hulp is vaak wel dat ze iets zien in je plan. Schrik dus niet van een selectieprocedure.

Drempels

Niet gebonden aan een regio, maar opgezet vanuit een onderwerp is het DPI Value Centre in Eindhoven, een initiatief van het Dutch Polymer Institute (DPI). Hier kan iedereen terecht die een innovatief idee op het gebied van polymeren heeft. Er is geen selectie vooraf, stelt Judith Tesser van het DPI Value Centre gerust. “Iedere starter heeft eigen problemen en vragen en heeft daarom een eigen vorm van ondersteuning nodig. We maken gebruik van bestaande regelingen en van ons eigen netwerk om starters zo ver te helpen dat alle drempels overwonnen zijn.”

Die drempels kunnen betrekking hebben op productie, financiën, octrooien, management; alles waar een startende ondernemer tegenaan kan lopen. Contact met DPI Value Centre kan daarnaast inspiratie leveren. Tesser: “We werken ook vanuit de andere kant, als er ideeën vanuit DPI of een DPI-partner komen waarvoor partijen worden gezocht, proberen we interesse te kweken binnen ons netwerk. Voor starters kan dat ook interessant zijn.” Lid zijn van netwerken is mede daarom belangrijk, zo hoor je nog eens wat.

Website

In de zoektocht naar gratis ondersteuning mogen verrassend genoeg de commerciële subsidieadviseurs niet ontbreken, zo blijkt. Want al wordt er voor het pure advieswerk een fee berekend, bij het aanvragen van subsidies geldt vaak no cure, no pay. Zoals bij RTE Adviseurs in Tilburg, dat vooral werkt voor bedrijven in de industrie, ICT en life sciences en voor starters.

RTE heeft de subsidiebarometer (www.subsidiebarometer.nl) ontwikkeld, waarmee je snel en gemakkelijk inzicht krijgt in de subsidiemogelijkheden voor jouw bedrijf. Los van je specifieke plan geldt, dat voor verreweg de meeste subsidies het innovatieve karakter van de aanvraag essentieel is, aldus Frank André Becker van RTE. “Het zoveelste plan om bijvoorbeeld een website op te zetten is kansloos. Daarnaast is het belangrijk dat het plan aansluit bij de actuele beleidslijnen van de overheid, want daar zijn veel regelingen op gebaseerd.”

Laagdrempelig

Laten we meteen maar wat advies inwinnen voor starters op zoek naar subsidie. Volgens Becker zijn de WBSO (fiscale stimulering van R&D) en de Innovatievouchers interessant voor starters. “De WBSO is relatief laagdrempelig en geschikt voor eigenlijk alle bedrijven die innovatief bezig zijn.” Alfred van der Meer van het Groningse InnoCore Technologies (inmiddels geen starter meer) noemt de WBSO een ‘must’. “Het is echt een aanrader, maar zorg ervoor dat je administratie op orde is.”

Een voormalig starter – die liever niet met naam wordt genoemd – is enthousiast over de Innovatievouchers. “Ze zijn gemakkelijk aan te vragen en je kunt ze gebruiken om bij kennisinstellingen een concrete vraag neer te leggen.” De vouchers zijn zo populair, dat de regeling in ieder geval nog tot en met 2010 wordt voortgezet. Maar let goed op de geldigheidsduur. Becker: “Zorg dat het hele traject binnen een jaar is afgerond. Soms laten mensen de voucher liggen of het blijkt dat de kennisinstelling geen tijd heeft, maar na een jaar is de termijn verlopen. Dat is zonde.”

Vooraf aanvragen

Uitbesteden van subsidieaanvragen bespaart tijd en vaak ook een hoop frustratie. Becker: “Natuurlijk kun je het allemaal zelf doen, maar vaak komen mensen er gewoon niet uit en raken ze ontmoedigd. De belastingaangifte kun je ook zelf doen, maar toch besteden ondernemers dat uit. Subsidies aanvragen zit op dezelfde lijn. Het is een vak op zich.”

Professionele hulp verhoogt de slaagkans van je aanvraag, maar Becker waarschuwt voor te hoge verwachtingen bij starters. “Het lukt soms ook niet, houd daar rekening mee.” Ook belangrijk: zorg dat je subsidie aanvraagt vóórdat je de betreffende activiteit start. “Nog te vaak zijn mensen al gestart of zelfs al klaar en willen dan nog even vangen. Maar de overheid redeneert: als je iets al doet, waarom heb je dan nog subsidie nodig?”

De belangrijkste waarschuwing echter die zowel Becker als Van der Meer meegeven aan starters is dat de subsidie geen doel op zich moet worden. “Het blijven aanvragen en soms kan het krijgen van subsidies ‘afleiden’ van de noodzakelijke commerciële route, omdat de subsidiegrondslag niet meer betrekking heeft op wat je aanvankelijk van plan was”, zegt Van der Meer. De subsidie moet passen bij je bedrijf en niet andersom. Becker: “Het moet aansluiten bij wat je zelf van plan bent om te gaan doen, subsidiemogelijkheden moeten niet leidend zijn.”

Bron: C2W22, 15 november 2008

Onderwerpen