Onderhuids vet blijkt biomedische goudmijn

Stamceltherapie begint voortaan met liposuctie, als het aan onderzoekers van Stanford University ligt. Weggezogen onderhuids vet is namelijk ‘vloeibaar goud’ vol celmateriaal dat zich heel gemakkelijk laat herprogrammeren tot pluripotente stamcellen, zo schrijven Michael Longaker en Joseph Wu in een artikel dat deze week op de PNAS-website verschijnt.

De onderzoekers onttrokken enkele liters vet aan een viertal 40- tot 65-jarige bierbuiken. Na afscheiding van het vet bleven stamcellen over, die na een voorbehandeling van slechts twee dagen gereed waren voor herprogrammeren. Dat proces bleek na 2 weken succesvol bij 0,2 procent van de cellen.

Dat lijkt niet veel. Maar als je uitgaat van fibroblasten uit de huid, zoals de meeste onderzoekers tot nu toe doen, bedraagt het slaagpercentage slechts 0,01 procent. Bovendien heb je dan 3 weken voorbereidingstijd nodig, en kost ook het herprogrammeren veel meer tijd. Bovebndien moet je zo’n celcultuur laten ‘voeren’ doormuizencellen, wat leidt tot een risico op contaminatie. Bij de vetcellen blijkt dat niet nodig.

Volgens Wu wordt het verschil veroorzaakt doordat vetstamcellen veel minder gespecialiseerd zijn dan fibroblasten. Pluripotentie is maar een kleine stap terug. Dat wordt geïllustreerd door het feit dat twee van de vier genen, die nodig zijn voorhet herprogrammeren, in de vetcellen van zichzelf al enigszins actief zijn. In andere volwassen cellen zie je dat vrijwel nooit gebeuren.

De toepassingen lijken legio. Wu suggereert al om vet te winnen uit mensen met een hartkwaal, de stamcellen te laten uitgroeien tot hartspiercellen, en dan in vitro te kijken hoe die cellen op verschillende medicijnen reageren.

Warmee het gezegde ‘elk nadeel heb z’n voordeel’ voortaan ook van toepassing is op overgewicht.

bron: Stanford University Medical Center, naturenews

Onderwerpen