Er is tóch verschil tussen embryonale stamcellen en volwassen cellen die tot stamcel zijn hergeprogrammeerd. Aan de methylering van het DNA kun je het prima zien, zo schrijven onderzoekers van het Salk Institute in La Jolla (Californië) deze week in Nature.
Onduidelijk is nog hoe erg dit is. Misschien zijn de verschillen in de praktijk niet belangrijk. Maar in het somberste scenario kan het hele herprogrammeer-idee de prullenmand in en moet de medische wetenschap gewoon weer embryo’s gaan demonteren om aan haar stamcellen te komen.
Joseph Ecker en collega’s vergeleken de genen van 15 cellijnen, waaronder 4 embryonale stamcellijnen, 5 hergeprogrammeerde stamcellijnen en de 5 volwassen cellijnen waar die hergeprogrammeerde cellen uit afkomstig waren. Ook keken ze naar gespecialiseerd celweefsel dat uit die stamcellen was voortgekomen.
Daarbij keken ze speciaal naar de methylering van het DNA, dus de extra methylgroepen op sommige cytosines. Die methylgroepen zijn van invloed op de genetische expressie, dus de snelheid waarmee de DNA-code wordt vertaald naar eiwitten. Zelf maakt de methylering geen deel uit van die code: het idee is dat ze pas bij de specialisatie van een cel tot stand komt.
Het resultaat is dat bij de herprogrammering op het eerste gezicht ook de methylering wordt teruggedraaid tot het patroon dat je bij een embryonale cel verwacht. Maar als je nauwkeurig kijkt, klopt het net niet helemaal. Sommige specifieke details uit het verleden blijven bewaard: een hergeprogrammeerde vetcel vertoont nog steeds methyleringsdetails die typisch zijn voor een vetcel. Sommige methyleringspatronen zijn helemaal nieuw. En er zijn ook plekken, vooral rond de telomeren en de centromeren, die bij álle hergeprogrammeerde cellen hetzelfde afwijkingen van de embryonale staat vertonen.
Sommige van die afwijkingen blijven ook bestaan wanneer de cellen zich opnieuw specialiseren, en het ligt voor de hand om aan te nemen dat dat de specialisatiemogelijkheden enigszins beperkt.
Het herprogrammeerprincipe werd in 2006 in Japan ontdekt, en is sindsdien steeds verder verfijnd. Het bleek mogelijk om volwassen cellen van hun specialisatie af te helpen door toediening van een aantal groeifactoren. De cellen gingen zich dan weer gedragen als ongespecialiseerde stamcellen, die zich afhankelijk van hun omgeving konden ontwikkelen tot elk gewenst celtype.
Het leek erg goed nieuws voor de stamcelwetenschap. Die won haar stamcellen tot dan toe uit menselijke embryo’s, die waren overgebleven van IVF-behandelingen. Veel mensen zien die procedure echter als een vorm van moord, vooral wanneer ze redeneren vanuit het christelijke geloof dat voorschrijft dat het leven begint op het moment van de bevruchting.
Als herprogrammeren dus uiteindelijk niet blijkt te werken, is de ethische discussie over stamcellen weer helemaal terug bij af.
bron: Nature
Nog geen opmerkingen