Ooit hebben kleine kinderen geleerd van giftige planten af te blijven. Dus lusten ze nu nog steeds geen groente.

Er bestaat een theorie dat de gemiddelde peuter geen groente wil eten omdat zijn moeder zo zeurt over dat alweer niet leeggegeten bord. Maar dat verhaal schijnt toch niet te kloppen. Aversie tegen spruitjes is een evolutionair voorgeprogrammeerde reflex, zo vermoeden Britse gedragswetenschappers.

De onderzoekers zijn verbonden aan de Health Behaviour Unit van Cancer Research UK, gevestigd binnen University College in Londen. Om er achter te komen hoe je kinderen kunt overhalen tot gezonder eetgedrag, ondervroegen ze 564 moeders over het eetgedrag van hun kroost. De antwoorden vertoonden een duidelijke lijn. Bijna alle peuters blijken wel een beetje last te hebben van neofobie, de angst om iets te eten dat ze niet eerder hebben geproefd. Maar dat ‘iets’ blijkt altijd te behoren tot de categorieën groente, fruit en vlees. Andere voedingswaren, zoals aardappels, tarwevlokken en koekjes, gaan er bij iedereen in als koek. Opvallend is ook dat de aversie zich pas ontwikkelt als kinderen een jaar of twee zijn: baby’s proppen juist alles in hun mond.

Al met al lijkt neofobie een aangeboren verschijnsel, waar de opvoeding geen invloed op heeft. En de onderzoekers denken ook wel te kunnen raden waarom. In de vrije natuur zijn planten vaak giftig, en bederft dood vlees snel. Heden ten dage werkt neofobie averechts maar in de oertijd, evolutionair gezien nog maar heel kort geleden, moet ze de kans op overleven hebben vergroot.

Alkaloïden

Voedings­middelen­con­cerns als Unilever doen uiteraard al jaren intensief onderzoek naar smaakbeleving. Jan de Rooij, hoofd laboratorium van Unilever R&D in Vlaardingen, verbaast zich dan ook niet echt over de Britse resultaten. Volgens hem heeft de afkeer van groente echter een puur chemische oorzaak: “Spruitjes en broccoli smaken bitter. Ouders beseffen niet hoe bitter, want bij het volwassen worden zijn ze veel van hun smaakreceptoren kwijtgeraakt. Aangeboren is de aversie tegen bitterheid. Veel giftige planten zijn eveneens bitter, vanwege een hoog gehalte aan alkaloïden. Zo beschermt de natuur zichzelf.”

Om precies dezelfde reden lusten kinderen volgens De Rooij ook geen bier of koffie, terwijl ze die dranken later wel lekker gaan vinden. En dat baby’s minder kieskeurig zijn, is al even logisch: “In de natuur ben je de eerste twee jaar afhankelijk van borstvoeding. Pas daarna word je voorzichtig. Je selecteert op smaak en kijkt naar wat je omgeving eet. Dat gaat tot in de tienerjaren door, al kijk je tegen die tijd naar je ‘peer group’ in plaats van naar je ouders.”

Voordoen?

De Rooijs observaties lijken het Britse advies aan die ouders te ondersteunen. Doe duidelijk voor hoe lekker groente, fruit en vlees zijn, en overtuig zo je kinderen dat er geen gevaar is. Maar helemaal overeenstemmen de meningen niet. Immers, zelfs als je je kroost kunt doen geloven dat spruitjes gezond zijn, help je ze daarmee nog niet van hun overgevoelige smaakpapillen af. En omgekeerd bieden de alkaloïden geen verklaring voor het feit, dat de neofobie volgens het Britse onderzoek ook etenswaren treft die helemaal niet zo bitter zijn.

Wellicht zijn er twee aparte beschermingsmechanismen, die parallel werken. Aardig zou zijn om eens te kijken wanneer de aversie nu precies begint. Is het vóór of tijdens het proeven van het eerste spruitje? Wij zijn benieuwd naar uw ervaringen.

Onderwerpen