Aan de universiteit van Illinois is een spectrometer ontwikkeld die de afzonderlijke golflengtes in zichtbaar licht van elkaar kan onderscheiden, en die klein en vooral plat genoeg is om in een smartphone te passen. Zo’n mobieltje zou kunnen bijklussen als diagnostische tool, schrijven Brian Cunningham en collega’s in Sensors and Actuators B: Chemical.
Als proof of principle hebben ze er een ELISA-assay voor zwangere vrouwen mee afgelezen dat aan de hand van het eiwit fibronectine een verhoogde kans op vroeggeboortes detecteert. Maar in principe kun je er elke gekleurde vloeistof of vaste stof mee analyseren.
Het idee is nu eens niet dat je er een los opzetstukje voor bestaande smartphones van maakt. In plaats daarvan zouden smartphonefabrikanten de science camera standaard moeten inbouwen, vast gekoppelen aan de ingebouwde elektronica en het besturingssysteem. De gemiddelde smartphone bevat nu al twee camerachips en soms zelfs drie, en daar kan er volgens Cunningham best nog eentje bij.
Om deze gadget te verkopen moet je vervolgens de science camera niet alleen verkopen aan wetenschappers en medici, maar er populaire consumententoepassingen voor verzinnen. Diagnostische zelftests voor voeding of gezondheid liggen voor de hand, al dan niet geplugd door de marketingafdelingen van telecomproviders. Maar Cunningham kan zich ook voorstellen dat je het gebruikt om verfkleuren precies goed te krijgen.
De spectrometer is gebaseerd op een lineair variabel filter (LVF), dat er uitziet als een dun glasplaatje van 2 bij 8 mm. Het glas laat één golflengte door en die golflengte varieert geleidelijk over de lengte van het plaatje, van infrarood aan het ene uiteinde tot blauw aan het andere. Je plakt zo’n LVF simpelweg op een CMOS-camerachip, waarvan elke lichtgevoelige pixel dus alleen wordt belicht door de golflengte die ter plekke door het LVF wordt doorgelaten. Leg de door die pixels gemeten lichtintensiteiten naast elkaar en je hebt een spectrum.
Daarnaast bevat de camera een lichtbron op basis van witte leds om het te onderzoeken object mee te belichten. Wat je meet is het deel van het spectrum dat niet wordt geabsorbeerd, maar teruggekaatst.
Of de industrie het inderdaad gaat oppikken of dat ze redeneert dat iPhones zonder dit soort geintjes al duur genoeg zijn, is afwachten.
bron: University of Illinois at Urbana-Champaign
Nog geen opmerkingen