Shell Moerdijk heeft excuses aangeboden voor de explosie in de MSPO-2 fabriek, een jaar geleden. Bij eerdere aanpassingen aan het productieproces is niet goed opgelet, zo valt op te maken uit een zeldzaam openhartig persbericht.
De explosie op 3 juni 2014, die de installatie grotendeels verwoestte, werd veroorzaakt door een onverwachte reactie tijdens het opstarten van de fabriek. De verse katalysator werd dan altijd gespoeld met warm ethylbenzeen, een van de grondstoffen voor het MSPO-proces dat styreen en propeenoxide oplevert. Er ging iets mis, waardoor druk en temperatuur van de reactor zo snel opliepen dat er geen redden meer aan was. De schade was dusdanig dat de fabriek waarschijnlijk pas begin volgend jaar weer in bedrijf komt.
Bij het ontwerp van de fabriek was ooit onderzocht of onder de heersende omstandigheden een reactie kon optreden. Het antwoord was nee. ‘We zijn er altijd vanuit gegaan dat ethylbenzeen niet met onze katalysator kon reageren’, aldus Shell, waarmee wel zal worden bedoeld dat het niet op zijn ééntje reageert.
Maar in de tussentijd zijn enkele veranderingen in de installatie en de procescondities doorgevoerd, en bij de bijbehorende risicobeoordelingen is zo’n mogelijke reactie ‘niet meegenomen of ontdekt’.
Achteraf concludeert het bedrijf “dat kan worden gesteld dat de opwarmstap opnieuw had moeten worden beoordeeld, bijvoorbeeld bij de selectie van een nieuwe katalysator. Gebleken is dat de nieuwe katalysator reactiever was dan de daarvoor gebruikte katalysator. Dit heeft onder de gewijzigde omstandigheden het incident mogelijk gemaakt. Met de eerder gebruikte katalysator had het incident niet kunnen plaatsvinden.”
Met de aantekening dat concurrenten er óók van kunnen leren: wellicht hebben die dezelfde denkfout gemaakt en zitten ze nu dus op een tijdbom.
Shell Moerdijk werkt nu aan verbeterde opstartprocedures, én herziet de manier waarop die procedures worden aangepast, beoordeeld en goedgekeurd als er in de toekomst weer iets aan het proces verandert. Ook wordt gestudeerd op een betere manier om de risico’s van chemische reacties te beoordelen (reactive hazard assessment).
Tot slot is ‘een veranderingsteam opgezet dat zich richt op een meer gestroomlijnde organisatie met extra focus, ook op het gebied van veiligheid en de manier waarop we werken.’
In de tussentijd wordt in elk geval niet meer met gespoeld met ethylbenzeen maar met stikstof, waarvan je zéker weet dat het nergens mee reageert.
bron: Shell
Nog geen opmerkingen