Om Nederland tot de top-5 van kenniseconomieën te laten behoren zal de overheid op de middellange en lange termijn meer in hoger onderwijs, onderzoek en innovatie moeten investeren dan ze nu van plan is. Dat stelt de Sociaal Economische Raad (SER) in een advies dat zojuist naar staatssecretaris Halbe Zijlstra (Onderwijs) is gestuurd.
Volgens de SER gaat het om een unaniem advies, wat dus wil zeggen dat zowel werkgevers als werknemers er achter staan. Er wordt aan toegevoegd dat je van die extra investeringen een ‘duidelijk positief’ rendement mag verwachten, ‘voor het individu maar nadrukkelijk ook voor Nederland’.
Het advies is bedoeld als input voor de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap 2011, waarmee Zijlstra deze zomer hoopt te komen. Centraal thema is daarbij het belang van hoger onderwijs voor de arbeidsmarkt.
Volgens de SER betreden Nederlandse jongeren die arbeidsmarkt later dan eigenlijk zou moeten. Ze lopen te veel vertraging op door studie-uitval, verkeerde studiekeuzes en tussentijdse studiewisselingen. Er moet dan ook ‘sterker worden ingezet om de juiste student op de juiste plaats te krijgen’, in elk geval door betere voorlichting en eventueel ook door selectie.
Ook wordt gesteld dat de basiskwaliteit in het hoger onderwijs omhoog moet, waarbij met name de kwaliteit van hbo-docenten een aandachtspunt is. En er moet veel meer moeite worden gedaan om de talenten van individuele studenten beter te benutten, zodat ook de toppers serieus worden uitgedaagd.
‘De kern van dit advies is dat talent zo hoog mogelijk moet worden opgeleid’, zo vat Richard Steenborg, voorzitter van de vakcentrale MHP, het samen.
Nog geen opmerkingen