Om warmte te halen uit hout moet je het niet verbranden, maar laten verteren door schimmels. In elk geval ben je dan van de smerige rook af, schrijven Wageningse onderzoekers in ACS Sustainable Chemistry & Engineering.

Grootste uitdaging daarbij is schimmels te vinden die enkele tientallen graden boven kamertemperatuur gedijen, zodat je met de geproduceerde warmte bijvoorbeeld je huis kunt verwarmen.

Leire Caizán Juanarena en collega’s probeerden twee soorten uit: Phanereochaete chrysosporium en Chaetomium thermophilum. De eerste eet lignine uit hout en is thermotolerant. De tweede degradeert cellulose en is thermofiel, wat wil zeggen dat zijn optimale groeitemperatuur nog wat hoger ligt dan bij thermotolerante soorten.

Als voeding dienden blokjes berkenhout. Die werden in glazen flessen gedaan, elk voorzien van een beetje beschimmelde voedingsbodem uit een petrischaaltje, en daarna 20 dagen bewaard bij 41 ºC. Vervolgens werden ze overgezet naar een grotere fles voor het eigenlijke experiment.

Op die manier was niet te meten hoe veel warmte er werd geproduceerd. In plaats daarvan hield een gaschromatograaf de zuurstofconcentratie bij, waarna de theoretische warmteproductie werd berekend uit het zuurstofverbruik.

Om te onderzoeken of het natuurlijke microbioom van het hout iets zou uitmaken, werden proeven gedaan met gesteriliseerd en met niet-gesteriliseerd hout.

Er kwam uit dat dat microbioom inderdaad behoorlijk uitmaakt. P.chrysosporium haalt de hoogste afbraaksnelheid, maar alleen als het hout vooraf is gesteriliseerd - mogelijk heeft hij nogal last van bacteriële antibiotica. Die schimmel wordt het dus niet. C. thermophilum daarentegen doet het juist het beste als het hout niet is gesteriliseerd, wellicht dankzij synergie met andere schimmels. Bovendien doet de thermofiel het ook nog als je de temperatuur verhoogt van 41 naar 46 ºC. Dat hij alleen de cellulose uit het hout verteert en de lignine achterlaat, moet je dan maar voor lief nemen.

Overigens kwam C. thermophilum op die manier niet verder dan zo’n 0,6 W per kg hout. Zelfs in een gematigd Nederlands klimaat moet die warmteproductie nog minstens een factor tien omhoog, wil je je huis warm kunnen houden zonder het helemaal vol rottend hout te hoeven storten.

bron: American Chemical Society