Doordat het veel voorgeschreven schildklierhormoon Thyrax voorlopig niet verkrijgbaar is, moeten veel schildklierpatiënten overstappen op een ander merk. Dat levert veel klachten op. Hoe komt dat?
Een grote groep schildklierpatiënten die het met hun thuisvoorraad Thyrax nog dacht uit te zingen, moet er binnenkort toch aan geloven: een overstap naar een ander merk van het schildklierhormoon levothyroxine. Fabrikant Aspen kan het middel naar verwachting pas in het tweede kwartaal van 2017 weer leveren.
Specialistische hulp
Dat overstappen zorgt voor heel wat problemen. De dosering van het schildklierhormoon luistert namelijk erg nauw, en de schildklier neemt een centrale plaats in bij de regulering van het metabolisme. Dat levert allerlei klachten op als gevolg van een tekort of teveel aan schildklierhormoon, legt Marijke Janssens uit, die het onderzoek coördineert dat het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en de onderzoeksorganisatie Pharmo uitvoeren naar de gevolgen van overstappen voor patiënten. Janssens: ‘Dat kan bijvoorbeeld vermoeidheid, hartproblemen, libidoverlies en gewichtstoename zijn bij een tekort, of juist gewichtsafname, hartkloppingen en gejaagdheid bij een te hoge schildklierhormoonspiegel.’
De schildklier maakt twee hormonen aan, trijodothyronine (T3, ongeveer 20 %, met 3 jodiumatomen) en thyroxine (T4, ongeveer 80 %, met 4 jodiumatomen). T3 is het direct werkzame hormoon, T4 is eigenlijk een soort voorloperhormoon, dat onder andere in de lever wordt omgezet in het actieve T3. De meeste schildklierpatiënten krijgen T4 toegediend, omdat dit gelijkmatigere spiegels over de dag geeft.
De feedback is bij patiënten verstoord
De regulering van de schildklierhormoonproductie lijkt veel op die van een centrale verwarming. Eerst maken de hersenen het thyrotropinevrijmakend hormoon (TRH) aan, dat in een ander deel van de hersenen het thyreoïdstimulerend hormoon (TSH) afgeeft. TSH zet de schildklier aan tot hormoonproductie. Als er genoeg schildklierhormoon in het bloed aanwezig is, gaat er een seintje naar de hersenen en wordt de productie van TRH en daarmee TSH gestopt. Bij mensen met schildklieraandoeningen is dit feedbackmechanisme verstoord en moet de dosis met specialistische hulp aangepast worden.
Ook overstappen op een ander middel vraagt vaak hulp. Het lijkt eenvoudig om de dosis van het nieuwe middel af te stemmen. ‘Maar er zijn veel invloeden op de fractie die binnenkomt in het lichaam’, legt ziekenhuisapotheker Tessa Leenders van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis in Tilburg uit. Een bekend alternatief van Thyrax is Euthyrox. Dat bevat 3 % minder van het schildklierhormoon levothyroxine, dat soms bovendien anders wordt verwerkt door het lichaam door een verschil in vulmiddelen. Generieke varianten van Euthyrox verschillen daar weer van, en daarvoor is bepaald dat ze maximaal een afwijking in de bloedwaarde door de dag heen mogen geven van zo’n 10 % ten opzichte van Euthyrox. ‘Vandaar dat overstappen op een ander merk wordt gezien als ongewenst’, zegt Leenders.
Eenmaal ingeregeld
Aan artsen de taak om bij de overstap alert te zijn op klachten. Dat is vaak ingewikkeld, omdat de symptomen niet altijd duidelijk zijn en ook andere oorzaken kunnen hebben, legt Janssens uit. Een bloedbepaling van het TSH geeft meestal uitsluitsel, eventueel gevolgd door een bepaling van het schildklierhormoon zelf. Janssens besluit: ‘Als een patiënt eenmaal ingeregeld is op het nieuwe middel, zal hij zelden terug willen naar het oude.’
Nog geen opmerkingen