Isotopenanalyse olifantenstaartharen geeft beeld van voedingspatroon
Aan de isotopenverhouding in de staart van een olifant kun je aflezen wat zij de afgelopen jaren voornamelijk heeft gegeten. En daaruit kun je weer aflezen hoeveel moeite een olifantenfamilie heeft om zich te handhaven in de vrije natuur, zo wordt deze week gemeld op de website van PNAS.
Voor het HAIR-project (History of Animals using Isotope Records) werden in het noorden vanKenia 4 olifantenkoeien gedurende 6 jaar gevolgd: moeder Queen Elizabeth en dochters Victoria, Cleopatra en Anastasia. De dieren werden voorzien van een halsband met GPS-zender. En als ze toch moesten worden verdoofd teneinde de batterijtjes te kunnen vervangen, namen de onderzoekers meteen een paar staartharen mee voor lab-analyse.
Tegelijk werden regelmatig monsters genomen van diverse plantensoorten die op het menu van olifanten staan, van het drinkwater ter plaatse, en van de achtergelaten olifantenmest.
Al die monsters werden geanalyseerd op isotopenverhoudingen: D/H, 13C/12C, 15N/14N, 18O/16O en 34S/32S. Die verhoudingen verschillen per type plant. Tropische grassen bevatten bijvoorbeeld duidelijk minder 13C dan bomen en struiken, als gevolg van een anders werkende fotosynthese (respectievelijk C4 en C3).
Die verschillen zie je vervolgens terug in de olifant. Als hij vooral gras eet, met name in het regenseizoen, wordt minder 13C ingebouwd in zijn staartharen. Die haren groeien iets meer dan een halve centimeter per week. Dus door ze in stukjes van die lengte te knippen en die apart door te meten in een aangepaste massaspectrometer, kun je per week aflezen of de olifant veel gras gegeten heeft.
Daara komt onder meer uit dat olifanten pas een paar weken na het begin van de regentijd aan het gras beginnen. En dat kan kloppen want pas als het 30 tot 50 cm hoog is, krijgt hun slurf er vat op. De onderzoekers hebben echter ook waargenomen dat de olifanten een compleet ‘grasseizoen’ oversloegen, kennelijk omdat er teveel andere grazers in de weg liepen.
De D/H verhouding geeft dan weer aan waar de olifant zijn water vandaan heeft: watermoleculen met een ‘zware’ deuteriumkern (of met 18O) verdampen iets minder snel, dus in het droge seizoen wordt de concentratie van die isotopen in het rivierwater hoger.
De onderzoekers hebben ook waargenomen dat olifanten elkaar vooral bevruchten als de regentijd een aantal weken aan de gang is. Dat is wel zo handig: de zwangerschap duurt 22 maanden dus het nakroost komt net op tijd ter wereld voor een volgende regentijd.
bron: BBC News
Nog geen opmerkingen