Robots zijn weer een stapje dichter bij het hebben van een ‘menselijk gevoel’, dankzij een dunne flexibele laag die dezelfde gevoeligheid heeft als een vinger. Robots met gevoel zouden gebruikt kunnen worden voor microchirurgie.
Voor het voelen van een oppervlak heb je informatie nodig over het oppervlak en de hoeveelheid kracht die je moet zetten om het te kunnen pakken. Deze voorwaarden brachten moeilijkheden bij de vorige voelsensoren, die vaak onbuigbaar en hard waren. Sensoren van hard silicium maakten bijvoorbeeld krassen op het materiaal en waren niet in staat zich om het materiaal te ‘vormen’, waardoor ze het verbogen.
De nieuwe voelsensoren hebben deze problemen niet. Ze zijn gemaakt van dun laminaat met een dikte van ongeveer 100 nanometer. Het laminaat bestaat uit allemaal kleine lagen van goud afgewisseld met cadmium sulfide nanodeeltjes, gescheiden door een polymeer met een hoge weerstand (een diëlectricum) van 2 tot 3 nanometer dik.
Elektroden zorgen voor een continue stroom door de laag. Wanneer er op een plaats druk uitgeoefend wordt, kunnen de elektronen zich gemakkelijker door het polymeer bewegen en de CdS-deeltjes bereiken. Dit veroorzaakt een gloed op de plaats waar druk uitgeoefend wordt. Een lichtgevoelige camera kan de gloed waarnemen. Het minimum aan waarneembare druk is 9 kilopascal, vergelijkbaar met een menselijke vinger die iets voelt en het oppakt. De voelsensor kan objecten van maximaal 40 micrometer waarnemen.
Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge hebben de sensor ontworpen
Bron: news@nature.com, 8 juni 2006
Nog geen opmerkingen