De huidige scheikunde-eindexamens leggen veel nadruk op rekenwerk. Te veel, vindt een aantal chemici. Is het tijd voor andere eindexamens voor havo en vwo?
“Leerlingen moesten vorige keer in het eindexamen een groot aantal subreacties kloppend maken door cijfers te zetten voor de stoffen die reageren en ontstaan. Zelfs chemici doen dat uiterst zelden en het heeft met chemie zeer weinig te maken”, stelt de Amsterdamse hoogleraar bio-organische chemie Gerrit-Jan Koomen. “Volgens mij kunnen leerlingen dat alleen wanneer je ze er lang in traint en dat vind ik zonde van de tijd. Die tijd kun je aan veel boeiendere onderwerpen besteden.”
“Redox-reacties is ook zo'n opgeblazen onderwerp dat tot gekunstelde opdrachten leidt', vult Jan Hondebrink aan. “Entropie is vijf jaar geleden juist uit het eindexamenprogramma gegooid, mede omdat je er geen examenvragen over kunt stellen. Voor het vwo vind ik dat doodzonde.”
Grote lappen tekst
“Over entropie kun je best havo-achtige vragen stellen”, meent Hondebrink, die nauw betrokken was bij de opstelling van de eindexamenprogramma's die vanaf 1990 geldig zijn. “De havo-examens, die ik eigenlijk veel aardiger vind, bevatten veel meer opgaven met minder rekenwerk. De vwo-examens bestaan altijd uit grote lappen tekst met quasi-echte situaties waarbij leerlingen van alles moeten berekenen.”
Als het aan Hondebrink ligt, moeten leerlingen nog wel rekenen op de examens. “Ze moeten vooral leren om met verstand om te gaan met getallen. En dan zijn problemen uit de praktijk interessant om aan te rekenen. Kies bijvoorbeeld voor opgaven over verdunningen in de industrie. Dat soort opgaven moeten leerlingen ook wel een beetje oefenen, maar veel minder.”
Martin Goedhart van het Amstel Instituut pleit überhaupt voor minder sommen in de examens. “Laat leerlingen in plaats daarvan een essay over de productie van medicijnen schrijven.” Goedhart ziet overigens de eindexamenvragen nu al wat meer opschuiven naar open vragen waarbij leerlingen iets moeten motiveren of beargumenteren in plaats van via een som uitrekenen.
Poule van experts
Andere eindexamens is niet het enige waar de Commissie-Van Koten over nadenkt. Om scheikundedocenten ruimte te geven en naar eigen inzicht inhoud te geven aan vernieuwing moet het examenprogramma zich alleen richten op kernzaken, schreef de Verkenningscommissie Scheikunde vorig jaar zomer. Dat betekent dat een flink deel van de onderwezen onderwerpen per school kan variëren en niet meer in het centrale eindexamen getoetst wordt. Hoe bewaak je dan het niveau?
TU-docent Peter Hamersma en DSM'er Colja Laane zien daarvoor een rol weggelegd voor hogescholen, universiteiten en de industrie. Hamersma: “Als je leerlingen een rij kunststoffen uit hun hoofd laat leren kun je een leerling die in een eindexamen laten benoemen. Maar in plaats daarvan kun je leerlingen ook alles over een moderne kunststof laten uitzoeken wat buitenstaanders vervolgens beoordelen.”
Laane vult aan: “Je kunt leerlingen een presentatie laten geven voor een expert die het project beoordeelt. Met chemici bij bedrijven, universiteiten en instituten moet je toch een flinke poule van mensen kunnen vinden die daarvoor zijn in te schakelen. DSM kan bijvoorbeeld experts op allerlei terreinen leveren. Wat mij betreft heeft de industrie ook de verantwoordelijkheid om de chemie een beetje uit te dragen.”
Nog geen opmerkingen