Industrie vindt regels te ver gaan, milieubeweging vindt ze juist veel te slap

De invoering van de nieuwe Europese stoffenwetgeving REACH kan waarschijnlijk volgens plan volgend jaar van start gaan. Na een week intensief vergaderen hebben het Europese Parlement, de Europese Commissie en de ministers van de lidstaten (verenigd in de Europese Raad) er vrijdag een akkoord over bereikt. Maar de reacties doen vermoeden dat de betrokken politici de enigen zijn, die vinden dat ze iets te vieren hebben.

Het nu gesloten compromis komt er op neer dat de industrie verplicht wordt om voor de 2.000 meest risicovolle stoffen een ‘substitutieplan’ op te stellen. Als er geen minder gevaarlijk alternatief voor een stof bestaat, moet ze investeren in R&D om er alsnog eentje te vinden. Volgens de industrie is dat zonde van de moeite wanneer het stoffen betreft waarvan ze de risico’s naar eigen zeggen goed in de hand heeft.

In dat laatste geval wordt het gebruik van de gevaarlijke stof echter niet direct verboden, en dat is nu juist wat de milieubeweging wél had gewild. In plaats daarvan wordt een gebruiksvergunning afgegeven voor beperkte tijd. Hoe lang dat is, wordt van geval tot geval bepaald. Eerder was een vaste termijn van vijf jaar voorgesteld maar daarvan is men weer afgestapt.

REACH is misschien wel de meest controversiële richtlijn die ooit in Brussel is bedacht. De essentie is dat de industrie voortaan moet bewijzen dat de chemicaliën, waarmee ze werkt, geen onacceptabele risico’s opleveren voor mens en milieu. Tot nu toe lag de bewijslast omgekeerden moesten mens en milieu (lees: de overheid) bewijzen dat een stof wél gevaarlijk was alvorens het gebruik te verbieden.

Gevolg is dat in de nabije toekomst risico-analyses moeten worden uitgevoerd van naar schatting 30.000 stoffen, die al decennia in gebruik zijn zonder dat men echt goed weet of ze schadelijk zijn.

“Ook al wordt voor stoffen aangetoond dat de risico’s afdoende beheerst zijn en dat deze veilig gebruikt kunnen worden, dan nog moeten bedrijven verplicht een substitutieplan opstellen. Dit brengt onnodige inspanningen, hoge kosten en veel bureaucratie met zich mee en schaadt de concurrentiepositie van de bedrijfstak”, aldus de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en VNO-NCW in een gezamenlijke verklaring.

Greenpeace, Friends of the Earth en het Wereld Natuur Fonds vinden echter dat het REACH-compromis dusdanig is verwaterd dat het geen verbetering betekent ten opzichte van de huidige wetgeving. “Dit was een eenmalige gelegenheid, en we hebben het niet goed weten te krijgen”, aldus een woordvoerder. Volgens een ‘groene’ Europarlementariër heeft een meerderheid binnen dat parlement zichzelf laten inpakken door de sterke lobby van de Duitse chemische industrie.

De discussie over REACH speelt al een paar jaar. De strijd ging tussen de milieubeweging, die pleit voor verplichte vervanging van alle gevaarlijke stoffen, en de industrie die het liefst helemaal nergens toe wordt verplicht. Het Europese Parlement was min of meer op de hand van de milieubeweging, de ministers van economische zaken hielden de industrie de hand boven het hoofd.

bron: VNCI, Financial Times, Het Financieele Dagblad, BBC News

Onderwerpen