Koolstofisotopen van een goed jaar

Aan de hand van koolstofisotopen in wijn hebben onderzoekers uit Groningen de ontwikkeling van het verbruik van fossiele brandstoffen berekend. De methode klinkt als een excuus om een goede borrel te houden maar is zinniger dan hij op het eerste gezicht lijkt. Het Journal of Geophysical Research publiceerde het wijnonderzoek vorige maand .

De Groningse onderzoekers waren niet geïnteresseerd in de totale hoeveelheid CO2 in de lucht maar in het percentage van dat CO2, dat afkomstig is van fossiele brandstoffen. De isotoop 14C maakt het mogelijk om deze percentages te achterhalen. Deze zeldzame isotoop wordt hoog in de atmosfeer gevormd en heeft een halfwaardetijd van ruim vijfduizend jaar. In kolen, olie en gas is al het 14C allang vervallen tot stikstof. Bij verbranding van fossiele brandstoffen daalt daarom het 14C-gehalte in de lucht.

Wijn blijkt een ideaal middel om historische 14C-bepalingen te doen. Tijdens de fotosynthese wordt CO2 vastgelegd in druiven die later verwerkt worden tot wijn. Flessen wijn worden veel langer bewaard dan andere voedingsmiddelen en zijn bovendien voorzien van een jaartal. De wijdverspreide wijnbouw maakt het bovendien mogelijk om lokale verschillen te meten. De daling in 14C bleek goed overeen te komen met oude luchtmetingen. De beste resultaten behaalden de onderzoekers met wijn uit het Duitse Pfalz-gebied waarmee een mooie curve van 1975 tot nu werd gemaakt.

Slechts 100 ml per fles was nodig om de analyses uit te voeren. De aangebroken flessen deelden de onderzoekers uit aan collega’s.

Bron: Universiteit Groningen

Onderwerpen