1.080 weefselkweekjes testen toxiciteit in vitro

Amerikaanse onderzoekers denken een ‘biochip’ in handen te hebben waarmee ze dierproeven in de chemische industrie en de cosmetica geheel overbodig kunnen maken, en het proefdiergebruik in de farmaceutische industrie sterk kunnen verminderen. Jonathan Dordick (Rensselaer Polytechnic Institute) en Douglas Clark (Berkeley) presenteren hun ‘DataChip’ deze week in PNAS.

De DataChip bevat maximaal 1.080 menselijke celculturen. Die zijn niet plat, maar in 3D opgebouwd om de structuur van menselijk weefsel zo accuraat mogelijk na te bootsen. Het idee is dat je hier snel en goedkoop mee kunt kijken of een stof toxisch is of niet.

Bijna drie jaar geleden kwamen dezelfde onderzoekers al met de MetaChip. Die bootst het metabolisme in de lever na, zodat je kunt checken of een schijnbaar onschuldige stof geen toxische metabolieten oplevert. Door de DataChip en de MetaChip aan elkaar te koppelen, zou je in vitro een redelijk compleet beeld van de risico’s van een stof kunnen krijgen.

Dordick en Clark hebben inmiddels een bedrijfje opgericht, genaamd Solidus Biosciences, dat de chips moet gaan commercialiseren. Ze wijzen er op dat in Europa het gebruik van proefdieren voor cosmeticatests binnenkort verboden wordt, en denken met hun producten het ontstane gat te kunnen opvullen.

bron: Rensselaer

Onderwerpen