Goed zijn in onderzoek is één ding. Dat ook voor een breed publiek weten te presenteren, is iets waar veel researchers tegenaan hikken. Want hoe bereik je een publiek dat geen flauw idee heeft van wat jij in je lab uitspookt?

Bij de bekendmaking half januari van de nominaties voor de Academische Jaarprijzen (voor de beste vertaling van wetenschappelijk onderzoek voor een breed publiek) hield juryvoorzitter Rick van de Ploeg een pleidooi voor het beter uitventen van wetenschappelijke resultaten en successen. “De wil om hun kennis over het voetlicht te brengen moet van ze (onderzoekers, red.) afspatten.”

Voorlopig geldt dat nog niet voor de doorsnee-onderzoeker. Eigenlijk is dat onbegrijpelijk, zegt een ander jurylid, biochemicus en NRC-columnist Piet Borst desgevraagd. “Het vermogen om in drie, tien of dertig minuten de essentie van je werk uit te kunnen leggen aan een breed publiek is belangrijk voor iedere onderzoeker, of hij nu bij een universiteit, onderzoeksinstituut of bedrijf werkt.”

Details

Iedere opleiding zou aandacht moeten besteden aan presenteren, vindt Borst. Nu hebben veel bètaopleidingen inmiddels wel een communicatievariant, maar die is nou net bestemd voor studenten die een carrière buiten de research ambiëren. Wel komen er steeds meer presentatiecursussen voor promovendi en postdocs. Zo begint Erik Schwartz, aan de Nijmeegse universiteit bezig met promotieonderzoek naar polymeren, binnenkort aan een cursus wetenschapsjournalistiek. “Ik vind dat ik anderen, bijvoorbeeld mijn ouders of vrienden die niets van chemie weten, moet kunnen uitleggen wat ik doe”, zegt Schwartz. Alleen, dat lukt niet zomaar. Zo merkt hij bij zijn presentatie tijdens de jaarlijkse herfstcursus voor middelbare scholieren hoe moeilijk het is iets complex te vertalen in een eenvoudige vorm. “Net als de meeste onderzoekers verlies ik me vaak in details. In mijn enthousiasme ga ik te snel de diepte in, want dan wil ik dit nog vertellen en dat en dat.”

“Heel herkenbaar”, zegt Jeanine de Bruin, directeur van Hakuna Matata Science & Media, een bureau voor presentatie- en mediatrainingen aan onderzoekers. Haar eerste tip voor het geven van een publiekslezing is: maak keuzes. “Kies een kernboodschap die je wilt overbrengen. Wees niet bang dat mensen uit het publiek naderhand bij je komen met ‘dat ben je vergeten’ of ‘waarom heb je dat niet verteld?’ Realiseer je dat alles wat jij vertelt voor je publiek nieuw is.”

En zo kan ze nog wel een waslijst met tips geven, maar vanuit het principe practice what you preach zal ze zich tot het belangrijkste beperken. Tip twee: wees terug­houdend met PowerPointpresentaties. “Beeldmateriaal is goed, maar een PowerPoint met tekst is ineffectief. Mensen kunnen niet lezen en luisteren tegelijk.” Nog een nadeel: je zet jezelf in het donker. Terwijl jij nu juist, tip drie, het belangrijkste bent: “Sta er als mens en toon je enthousiasme voor je onderzoek.”

En oefen vooral veel, adviseert Borst. “Grijp iedere gelegenheid aan om je resultaten te presenteren, vraag ervaren collegae om commentaar en doe daar je voordeel mee. Als medewerkers van mijn lab een praatje elders moeten geven, houden zij altijd een oefenpraatje.” Zelf zit hij dan klaar met een blocnote om een waslijst van kritiek en suggesties samen te stellen. “In het begin vinden nieuwe medewerkers het wel eens moeilijk om zo’n vloedgolf van kritiek in ontvangst te nemen, maar ze doen er hun voordeel mee.”

Olympiade

Als directeur van het Nederlands Kanker Instituut/Antonie van Leeuwenziekenhuis selecteerde Borst vooral mensen op onderzoekskwaliteiten. Want: “Presenteren kun je altijd nog leren.” Bij DSM selecteren ze researchers wel degelijk ook op communicatieve vaardigheden, vertelt corporate recruiter R&D Lars Evers. “Het geven van een presentatie over eigen onderzoek is een onderdeel van onze sollicitatieprocedure.” Communication manager R&D Vikas Sonak vult aan: “Als researcher moet je ook collega’s van andere disciplines duidelijk kunnen maken wat je onderzoek inhoudt.”

Daarnaast hecht DSM aan zijn publieke rol. “We willen onze wijsheden delen met anderen, bijvoorbeeld op wetenschappelijke conferenties. En soms houden we ook presentaties voor scholieren en studenten”, vertelt Evers. Vorig jaar was het bedrijf nog gastheer van de Scheikunde Olympiade. DSM is ook lid van Jet-Net, een netwerk van 25 Nederlandse bedrijven en 125 scholen voor voortgezet onderwijs. Researchers van DSM geven regelmatig presentaties, rondleidingen en gastlessen voor middelbare scholieren. Sonak: “Dat vergt goede vakkennis, enthousiasme en een toegankelijk verhaal.”

Ook moedigt DSM researchers aan te publiceren in vakbladen. Er is zelfs een interne prijs voor uitmuntende publicaties. Researchers mogen niet op eigen houtje publieksbladen benaderen, maar moeten hier de afdeling communicatie bij betrekken. “We hebben soms met geheimhouding te maken”, legt Sonak uit. “Voor beide soorten publicaties is de businessstrategie leidend: de researcher moet zich houden aan wat we als bedrijf willen bekendmaken en in welk medium.”

Onderzoekers op een universiteit weten vaak niet eens dat er een afdeling communicatie is die hen zou kunnen helpen, merkt De Bruin bij haar cursisten. Terwijl zo’n afdeling echt handig is om jouw onderzoekssuccessen in de pers te krijgen. De belangrijkste tip bij haar eigen mediatrainingen is: wees je bewust van wat je wilt vertellen en vertel dat ook. “Kom snel to the point. Wetenschappers zijn heel braaf en geven keurig antwoord op de vragen van een journalist. Ze zijn dan achteraf teleurgesteld dat ze hun punt niet hebben kunnen maken.”

En doe je huiswerk. Zorg dat je cijfers paraat hebt, plaats je onderzoek in een breder verband – niets is dodelijker dan iemand die zegt ‘dat heb ik niet onderzocht’ – en heb een antwoord klaar op standaardvragen als ‘wat voor nut heeft uw onderzoek?’. De Bruin merkt dat veel wetenschappers verbijsterd zijn als ze een persoonlijke vraag krijgen. “Maar ‘wat betekent het voor jou?’ is echt een standaardvraag.” Cursisten pruttelen dan altijd dat het toch niet om hen maar om hun onderzoek gaat. De Bruin houdt hen dan voor: “Het gaat wel degelijk om jou en via jou over je onderzoek. Als jij interessant bent, vinden ze jouw onderzoek ook interessant. Zo simpel is het.” |

www.hakunamatata.nl

www.bhertz.nl

www.davinci-instituut.nl

www.academischejaarprijs.nl

www.jet-net.nl

Bron: C2W3

Onderwerpen