Positief geladen polymeren zijn geschikt om DNA in te verpakken voor gentherapie. Dat stellen chemici van de Amerikaanse universiteit Virginia Tech.

Bij gentherapie worden DNA-fragmenten meestal verpakt in virusdeeltjes, de zogenaamde vectoren, die het DNA onbeschadigd naar hun bestemming moeten brengen.

Nu onderzoeken de Amerikaanse chemici de bruikbaarheid van polymeren als transportmiddel. Zij synthetiseerden een bibliotheek van lineaire and vertakte positief geladen polyelektrolyten gebaseerd op poly(2-N,N’-dimethylaminoethyl methacrylaat). De polymeren vormen samen met negatief geladen DNA een neutraal complex dat makkelijk op de plaats van bestemming komt.

“Door de moleculaire vorm en het aantal functionele eindgroepen te veranderen, kunnen we de sterkte van de interactie met het DNA beïnvloeden. Hierdoor wordt het DNA op het juiste moment losgekoppeld”, meldt onderzoeker John Layman.

Het onderzoek naar polymeren is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt, omdat er vaak problemen met virusvectoren optreden. Onderzoek naar gentherapie voor de behandeling van hemofilie moest bijvoorbeeld worden stopgezet, omdat proefpersonen leverontsteking kregen.

Laymans’ professor Tim Long erkent dat er al veel onderzoek naar polymeren bij gentherapie is gedaan. “Maar tot nu toe waren de onderzoekers meestal biologen. Polymeer-scheikundigen kunnen een nieuw licht op de zaak werpen en zo het onderzoek verder helpen.”

Bron: Virginia Tech

Onderwerpen