Rupsen van de Indische meelmot (Plodia interpunctella) hebben een darmflora die polyethyleen afbreekt. Mogelijk is dat plastic dus toch niet zo’n eeuwigdurend milieuprobleem als gedacht, schrijven Chinese onderzoekers in Environmental Science & Technology.

Jun Yang, van Beihang University, ontdekte het min of meer bij toeval. Hij constateerde dat de gierstvoorraad in zijn keuken vol rupsen zat, die zich overduidelijk door de plastic zakken heen hadden gevreten. Dat deed hem vermoeden dat die larven dat plastic op de een of andere manier moesten kunnen verteren.

Bij polyethyleen ligt dat laatste niet voor de hand. De koolwaterstofketens zijn veel te omvangrijk om in hun geheel te worden verzwolgen door een microbe, en tevens te stabiel én te hydrofoob om gevoelig te zijn voor afbraak. Er zijn wel berichten dat het wel degelijk wordt afgebroken, maar niemand heeft ooit kunnen nagaan hoe dat op moleculaire schaal werkt en welke eencelligen er überhaupt voor verantwoordelijk zijn.

Die primeur hebben Yang en collega’s nu dus. Ze extraheerden de darmflora uit de larven en vonden een Bacillus- en een Enterococcus-soort die in een petrischaaltje prima groeiden op polyethyleenfolie als enige koolstofbron. Na twee maanden was dat voer tien procent van zijn gewicht kwijt. Onder de elektronenmicroscoop was te zien dat er 0, 4 micrometer diepe putjes in waren gevreten. En spectroscopische technieken gaven aan dat er carbonylgroepen waren gevormd aan de uiteinden van de ketens, wat doet vermoeden dat de degradatie een oxidatieproces is.

 

De volgende vraag is nu welke enzymen hier precies voor verantwoordelijk zijn. Het DNA van beide bacteriën zit inmiddels in een Amerikaanse genenbank, dus wie wil zoeken kan zijn gang gaan.

bron: C&EN