Bij wetenschappelijk onderzoek wordt te veel naar kwantiteit en modieuze onderwerpen gekeken en te weinig naar kwaliteit. Het functioneren van het wetenschappelijk bedrijf heeft daar onderdehand te zwaar onder te lijden, stelt de Utrechtse immunoloog Frank Miedema in de Volkskant.
Volgens hem ‘zijn de prikkels in de wetenschap net zo pervers als bij de banken’ en zijn wetenschappers net zo min immuun voor die prikkels als bankmanagers. Het zijn tenslotte óók maar mensen.
Miedema, momenteel decaan van het UMC Utrecht, stelt onder meer dat ‘topbladen’ als Nature en Science stelselmatig worden overschat. Volgens hem werken de redacties ‘grotendeels net als normale tijdschriftredacties’ en selecteren ze dus bij voorkeur publicaties die ‘sexy’ zijn en het qua onderwerp goed doen bij de lezers.
De peer review corrigeert dat onvoldoende omdat de reviewers niet meer de tijd nemen om serieus in zo’n manuscript te duiken: “Zélf in dat tijdschrift komen met een eigen studie is belangrijker.”
Aangezien wetenschappers vooral op aantallen publicaties worden beoordeeld, is de verleiding groot om resultaten mooier te laten lijken dan ze zijn. Dat zo’n opgeklopt flutonderzoek achteraf vaak (in de life sciences zelfs in de helft van de gevallen) in het geheel niet reproduceerbaar blijkt, haalt die bladen tóch niet omdat de redacties niet in herhaalonderzoek geïnteresseerd zijn.
Volgens hem moet de samenleving dus wetenschappers veel meer op kwaliteit gaan afrekenen. Miedema zou het bijvoorbeeld al mooi vinden als iemand als Matthijs van Nieuwkerk zich wat minder onderdanig opstelt tegenover wetenschappers, en in plaats daarvan dóórvraagt over de inhoud van hun onderzoek en de motivatie daarachter.
Op de vraag of de heer Van Nieuwkerk daartoe wel over de benodigde intellectuele bagage beschikt, gaat het interview met Miedema niet in.
bron: De Volkskrant
Nog geen opmerkingen