Natuurlijke gelaagde structuur boeit militairen
Met subsidie van het Amerikaanse leger hebben MIT-onderzoekers achterhaald waarom het huis van de zeeslak Crysomallon squamiferum zo moeilijk kapot is te krijgen. Het is een kwestie van energiedissipatie, zo melden Christine Ortiz en collega’s deze week in PNAS.
Ze hopen uiteindelijk soldaten en/of pantservoertuigen op een vergelijkbare manier te kunnen aankleden.
C. squamiferum werd in 2001 ontdekt. Hij leeft op de bodem van de Indische Oceaan, in de nabijheid van heetwaterbronnen. Zijn slakkenhuis moet daar bestand zijn tegen een lage pH en sterk wisselende temperaturen. Bovendien moet hij zo lang mogelijk weerstand bieden tegen roofkrabben die heel geduldig net zo lang in zo’n slakkenhuis blijven knijpen totdat het barst.
Vanaf het begin viel op dat de slakkenhuizen van buiten bekleed zijn met een kalklaag vol keiharde ijzersulfidekristallen. Voor zover bekend is C. squamiferum de enige diersoort die zulke kristallen gebruikt.
Maar de weerstand tegen de knijpende krabbenscharen komt ergens anders uit, zo concluderen de MIT-onderzoekers nu na proefjes met een Rockwell-hardheidsmeter. In totaal bestaat het slakkenhuis namelijk uit drie lagen. De binnenste laag is ook van kalk (maar dan zonder kristallen), maar de dikke middenlaag is van relatief flexibel organisch materiaal. Tijdens een aanval absorbeert en dissipeert die laag een groot deel van de mechanische energie, en voorkomt zo dat er barsten ontstaan.
Ook warmtepieken kunnen mogelijk op die manier worden afgevoerd.
bron: MIT
Nog geen opmerkingen