Nieuw Fins proces om haver te fractioneren

Finse onderzoekers hebben een nieuw proces ontwikkeld om betaglucan af te scheiden uit haver (Avena sativa). Ze claimen dat het voordeliger is om haver om te zetten in een voedingssupplement, dan om het aan de paarden te voeren.

Betaglucan is een polysaccharide, dat als oplosbare vezels in haver voorkomt. De stof staat bekend als cholesterolverlager. Tot nu toe was hij echter zo moeilijk uit het havermeel te krijgen dat hij als voedingssupplement nauwelijks een rol speelt.

De Finnen beginnen nu met verwijdering van vetten uit de haver door superkritische extractie met koolstofdioxide, een proces dat de overige ingrediënten intact laat. Die vetverwijdering heeft het voordeel dat de haverproducten langer goed blijven zonder ranzig te worden.

De ontvette massa wordt via een maal- en sorteerproces opgedeeld in 3 fracties: zemelen, zetmeel- en ewitrijk meel, en een kleine hoeveelheid van een witgekleurde stof met een heel lage soortelijke massa en een betaglucangehalte van meer dan 50 procent. Die fracties kun je vervolgens los verwerken in voedingsmiddelen, cosmetica of farmaceutische producten.

Voordeel is dat het een ‘droog’ proces is, zodat je de fracties achteraf niet hoeft te drogen. Dat scheelt sterk in de kosten.

bron: VTT Finland

Onderwerpen