Zijn er nog chemici in 2030? En in wat voor wereld leven ze dan? Vier scenario’s voor de toekomst.
Hoeveel boeken zijn er al geschreven over de vraag hoe de wereld er in 2030 uitziet? Horden sciencefictionschrijvers hebben er hun brood mee verdiend. Meestal baseerden ze hun toekomstscenario’s op één keuze, waar de maatschappij in hun tijd voor stond: geven we de ouderen, de jongeren, de fundamentalisten, de feministes, de robots of de liefhebbers van het openbaar vervoer gelijk? Op die wankele grond bedachten ze vervolgens een hele samenleving. Meestal bleek die uitermate naargeestig: ouderen dwingen jongeren hun organen te doneren, feministes lynchen de laatste man op de dag dat iemand de perfecte kloontechniek uitvindt, wie het waagt auto te rijden wordt vanuit de tram onder vuur genomen, en die robots... ach, dat die de hele mensheid wensen uit te moorden , kun je ze op zo’n moment niet meer kwalijk nemen.
Binnen de sciencefiction is dit genre lang niet meer zo populair als vroeger. Maar de vragen over de toekomst in het algemeen en die van de chemie in het bijzonder, blijven altijd leven. Hoe kunnen we het imago van de industrie verbeteren? Wat zijn de gevolgen van de teruglopende studentenaantallen? Zet de trend naar duurzaamheid zich voort? En kan de chemie die ontwikkelingen sturen of wordt ze alleen maar gestuurd?
Strategiekeuzes
Dergelijke vragen waren de aanleiding voor het initiatief van de KNCV om vier toekomstscenario’s te ontwikkelen. Ze zijn opgesteld door een panel van zo’n vijfentwintig enthousiaste mensen uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid, onder begeleiding van deskundigen van TNO-Strategie, Technologie en Beleid. De scenario’s doen nadrukkelijk geen uitspraak over de waarschijnlijkheid of de gewenstheid van een bepaald toekomstbeeld. Ze laten alleen zien wat er zou kunnen gebeuren. Op basis daarvan kunnen beleidsmakers, managers en onderwijsdeskundigen hun strategische agenda opstellen. Welke beslissingen moeten ze nu nemen om klaar te zijn voor elke denkbare toekomst? Welke acties pakken in alle gevallen goed uit? Welke opties kunnen achter de hand worden gehouden? En in welke gevallen moet je gewoon de gok maar nemen en er het beste van hopen?
Tweemaal twee
De KNCV-scenario’s zijn gebaseerd op twee maatschappelijke keuzes. Ten eerste de vraag wie het voor het zeggen krijgt: de consument of de burger. In de wereld van de consument is alles te koop. Individuele ontplooiing en creativiteit zijn belangrijk, voor collectieve belangen is weinig aandacht. Grijpt de burger de macht, dan komt de nadruk juist bij collectief bewustzijn, gemeenschapszin en aansluiting bij maatschappelijke groeperingen te liggen.
Vraag twee is wat de drijvende kracht achter innovatie wordt: wetenschap of technologie? In het laatste geval kun je grootschalige technologische onderzoeksinspanningen verwachten, die worden gedreven door het bedrijfsleven. Ruimte voor fundamentele wetenschap is er alleen als een bedrijf het ergens voor nodig denkt te hebben. Het andere uiterste is dat wetenschap-om-de-wetenschap floreert. Technologische toepassingen zijn ondergeschikt, en komen alleen tot bloei als spin-off van fundamentele research.
Het leverde twee maal twee verschillende toekomstbeelden op. Ze hebben namen gekregen van sportevenementen die het algemene gevoel van de scenario’s weergeven. Respectievelijk: Formule 1 Grand Prix, World Cup Ski Freestyle, Cricket Match en WK Schoonzwemmen. Deze keer stellen we er twee aan u voor, in het volgende nummer volgen de andere twee.
Nog geen opmerkingen