Platform Bèta Techniek is dolblij met een dooie mus.

Om maar met het goede nieuws te beginnen: het gaat uitstekend met het Platform Bèta Techniek. Ruim twee jaar geleden stelde de overheid het in met de opdracht om structureel 15 procent meer leerlingen en studenten naar de bèta- en/of de technische kant te lokken. En al ziet het er niet naar uit dat dat streefcijfer op korte termijn wordt gehaald, alle betrokkenen vinden dat het Platform goed bezig is en vooral koers moet houden.

Tijdens Vliegende Hollanders, de vorige maand in Amsterdam gehouden ‘bètatop’, was de bijval unaniem. Er moeten zo’n 1.500 bezoekers zijn geweest uit alle lagen van het onderwijs. Debatten met politici, lezingen van topwetenschappers, kraamp­jes van kennisinstellingen en rondetafelgesprekken moesten hen nieuwe inspiratie bezorgen voor hun bètaonderricht. En volgens platformvoorzitter Arie Kraaijeveld was het tevens de bedoeling dat ze elkaar moed inspraken: “De jankers zeggen: ik heb alweer minder studenten. Maar dan zeggen anderen: ik heb er 10 procent méér, 15 procent, 20.”

Eendrachtig zongen de aanwezige prominenten de bètacanon. Van Shell-baas Rein Willems mag ‘nerd’ weer een geuzennaam worden. Wat Kraaijeveld betreft hoeft dat niet eens meer: “De nerd is weg, het is vet en cool om nu de bètarol te vervullen.” Onderwijsminister Van der Hoeven overhandigde een cheque van 60 miljoen euro aan aardgasbaten. Haar opvolger in spe Verdonk toonde zich een fan van de populair-wetenschappelijke tv-show Brainiac. En een koortje van vrouwelijke kamerleden nam bijna juichend de slotverklaring in ontvangst. CDA, VVD, PvdA, allemaal zijn ze overtuigd van de noodzaak om meer te investeren in onderwijs in het algemeen en bèta in het bijzonder.

ALFA IS DE NORM

En toch is ondergetekende die avond niet vrolijk naar het station gelopen, maar eerder kwaad. Het uitdelen van certificaten aan scholen met een bètarichting, het subsidiëren van practica in de klas en het pleiten voor wetenschap en techniek op de basisschool is natuurlijk alleen maar positief. Maar het houdt ook in dat aandacht ervoor in Nederland iets bijzónders is.

De hedendaagse samenleving is doordrenkt van bèta en techniek. Een school moet kinderen op die samenleving voorbereiden. Maar in de praktijk gebeurt dat dus alléén als ze toevallig een leerkracht treffen die zelf in techniek geïnteresseerd is. Met de nadruk op toevallig. Het Platform oogst naar eigen zeggen respons op minder dan een derde van alle scholen. Een concreet initiatief als Jet-Net, dat scholen aan bedrijven koppelt, haalt nog geen 20 procent. Zit je ergens anders op school, dan word je de maatschappij in geschopt als een complete technibeet.

Wiens schuld is dat? Ligt het aan het bedrijfsleven, dat onvoldoende investeert in zijn eigen toekomstige werknemers? Kraaijeveld heeft er in een vorig leven, als baas van werkgeversclub FME-CWM, al voor gepleit dat de industrie docenten zou gaan leveren. “Maar ik was een van de weinigen.” Zelfs nu wordt Jet-Net nog gelimiteerd door het aantal bedrijven dat wil meedoen, niet door de belangstelling vanuit de scholen.

Is het de overheid die jarenlang heeft bezuinigd op onderwijs, zodat serieuze bèta’s liever ander werk zochten? De overheid, die eindverantwoordelijk is voor de verplichte leerstof en dus ook voor het feit dat die stof (zie de Nieuwe Scheikunde) hooguit eens in de dertig jaar wordt ververst? De overheid, die pabo’s kweekt waar ze niet eens meer leren rekenen?

EIGEN SCHULD

Of zijn we het soms zelf, met zijn allen? Bij de jongste verkiezingen beloofden zo’n beetje alle partijen extra investeringen in het onderwijs. Maar een echt discussiepunt was het niet. De hypotheekrente, de pensioenen en Afghanistan, dát was interessant.

Misschien dat wij Nederlanders onderwijs te zeer zien als een noodzakelijk kwaad. Het is verplicht, het kost geld, en het kost tijd die je beter had kunnen besteden aan werken en geld verdienen. De meeste bewondering hebben we hier voor iemand die met enkel lagere school de Quote 500 haalt. Zie je wel, op school leer je toch niets. Een selffulfilling prophecy heet dat. |

Arjen Dijkgraaf is vakredacteur van C2W

Onderwerpen