Het rommelt op de faculteiten natuur-/bètawetenschappen in Nederland. Overal vinden reorganisaties plaats, worden leerstoelen opgeheven en nieuwe richtingen ingeslagen. Waardoor wordt dit veroorzaakt, welke motivatie schuilt hierachter en wat zijn de gevolgen?

Zeven leerstoelen in de chemie zullen bij de Universiteit Twente verdwijnen. Die worden vervangen door leerstoelen op medisch-technologisch gebied. Deze situatie is echter niet uitzonderlijk. Utrecht schrapt de onderzoeksrichtingen klassieke elektrochemie, kwantumchemie en grensvlakken. Organische chemie wordt samengevoegd met de biochemie van membramen tot de nieuwe richting chemical biology. De TU Delft slaat de richting nanochemical engineering in. En ook in Groningen staat een reorganisatie voor de deur. “Deze ontwikkelingen zijn zeer gunstig voor Nederland”, aldus decaan Karel Luyben van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) in Delft. “Ze sluiten aan bij wat voor Nederland in de toekomst nodig is.”

Op Utrecht na kampen alle universiteiten met teruglopende aantallen (technische) scheikundestudenten, waardoor er minder geld is voor onderzoek. “Maar er is gewoon geen behoefte aan zo’n uitgebreid onderzoeksveld”, meent Luyben. TNW in Delft kampte jaarlijks met een miljoen euro tekort op een begroting van twaalf miljoen. Er moest simpelweg bezuinigd worden, vindt Luyben. “En dan kun je het best van de gelegenheid gebruikmaken om een nieuwe richting in te slaan.” De Delftse hoofddocent Peter Verheijen is hier wat minder over te spreken. “Er zijn zeker mogelijkheden in de nanochemical engineering, maar de veranderingen worden doorgevoerd met de ‘slash & burn-tactiek’, ze worden de mensen opgelegd. Er moest al veel langer wat gebeuren, maar het management en ook de academische staf hebben het te lang aangekeken, denkend dat het allemaal wel goedkwam. Als men eerder was begonnen, dan was deze verandering een evolutie geweest en geen revolutie.”

 

Tegenstrijdig kabinetsbeleid

In Groningen moet vijf miljoen euro worden bezuinigd. Dit zal ten laste komen van de exploitatie en het vaste personeel, waarbij 52 banen in de gevarenzone verkeren. “Geloof het of niet”, zegt decaan Douwe Wiersma van de faculteit Wiskunde- en Natuurwetenschappen, “maar 2,1 miljoen van het tekort wordt veroorzaakt door de sterke stijging van de energieprijzen in 2006. Die zijn zestig procent hoger dan vorig jaar. Het kabinet levert hiervoor geen compensatie. Ongelooflijk tegenstrijdig aangezien het kabinet dicteert dat er meer geïnnoveerd moet worden, maar het tegelijkertijd door zijn beleid onmogelijk maakt vast personeel aan te houden.”

Gerard van Koten, decaan van de faculteit Bètawetenschappen in Utrecht, signaleert nog een probleem. “De huisvesting is door de overheid overgedragen aan de universiteiten. De bijdragen hierin zijn echter niet gestegen. De universiteit moet dus de huisvesting betalen en alle bestaande problemen oplossen. Zo heeft er in Utrecht onlangs een asbestrenovatie van dertig miljoen plaatsgevonden. En dan heb je nog niks aan vernieuwing gedaan. De consequentie hiervan is dat je minder vierkante meters probeert te bezetten. Zeker bij scheikunde is dit lastig, want onderzoek vergt ruimte. Het feit dat de universiteit geen compensatie krijgt, gaat enorm drukken op het exploitatiebudget.”

Dat het huidige innovatiebeleid de universiteiten parten speelt zeggen meer decanen. “De eerste geldstroom, waarvan staf en gebouwen van betaald worden, wordt steeds kleiner”, legt decaan Alfred Bliek van de faculteit TNW in Enschede uit. “Het geld wordt gestopt in grote programma’s die draaien van de tweede en derde geldstroom. Daarnaast moeten universiteiten aan matching doen. Hierbij krijgt de universiteit bijvoorbeeld 75 procent van het gevraagde bedrag voor onderzoek aangeleverd en moet de universiteit de overige 25 procent aandragen. Dus: hoe beter een onderzoeksgroep het doet, hoe groter de problemen. De beste onderzoeksgroepen die ons land kent, kunnen maar beperkt inschrijven voor programma’s, louter uit financiële en niet uit wetenschappelijke beweegredenen. Ik hoop van harte dat het matchen binnenkort wordt afgeschaft.” Decaan Wiersma, tevens lid van de Regiegroep Chemie, heeft zelfs al zijn zorgen geuit in een brief aan minister-president Balkenende.

 

Ontslagen

De universiteiten zijn dus genoodzaakt met harde maatregelen de financiën weer op orde te krijgen. Maar gaat dit niet ten koste van het onderzoek en onderwijs in Nederland? Andries Meijerink, decaan van het departement Scheikunde in Utrecht, verhaalt: “Het probleem zit hem in de doorgeschoten dynamisering. Zoals gezegd gaat dit ten koste van geld voor vast aangesteld personeel. Hierdoor zal een kleinere groep van onderzoekers met cruciale kennis en ervaring op een vakgebied een grotere groep van tijdelijke medewerkers, zoals aio’s, moeten opleiden en begeleiden. Voeg daarbij het feit dat hoogleraren en medewerkers het veel drukker zullen krijgen met onderwijs geven en het is duidelijk dat door alle veranderingen de kwaliteit en het succes van het onderzoek onder druk staan. Daarnaast zullen vanwege de bezuinigingen heel goede mensen helaas moeten worden ontslagen. Dit geeft een verkeerd signaal naar jonge mensen die een carrière in de wetenschap overwegen.”

Decaan Van Koten is het hiermee eens. “Door de bezuinigingen moeten we snijden in excellente groepen, wat ongelooflijk zonde is.” Dit maakt de appel niet minder zuur voor de Utrechtse universitair docent Kees van Walree, wiens baan op de tocht staat. “Welke bezuinigingsoptie je ook kiest, er zal altijd verzet zijn. Aan bezuinigingen ontkom je niet. Waar ik mij wel over verbaas is de mate en de grootte van de bezuinigingen, vooral bezien in het licht van de studentenaantallen in Utrecht. Er moeten veranderingen plaatsvinden op organisch gebied, maar deze koerswijziging is onlogisch en inconsistent vergeleken met het beleid van de een jaar geleden opgerichte faculteit Bètawetenschappen. De verhouding biochemie/dode chemie was al scheef, maar wordt nu nog schever getrokken.” Ook Van Walree heeft zijn twijfels over het kabinetsbeleid. “De regering roept steeds ‘meer geld voor onderwijs, meer geld voor innovatie’. Kijk je vervolgens naar de situatie op universiteiten, dan lijkt het alsof het geld dat er ingestoken wordt niet op de juiste plaatsen terechtkomt.”

 

Moleculair denken

De Utrechtse decaan Gerard van Koten, ook lid van de Regiegroep Chemie en voorzitter van de Academie Commissie voor de Chemie, vindt de richtingen die de universiteiten opslaan niet onlogisch, maar pleit voor een behoud van disciplinaire kennis. “Zorg dat je je voeten in de scheikunde hebt en ga van daaruit kijken naar de grensvlakken tussen de disciplines om nieuwe dingen te ontwikkelen. Scheikunde maakt nu bij elke universiteit deel uit van een grotere organisatie. Het samenvoegen van de verschillende bètadisciplines in een faculteit bèta-/natuurwetenschappen is een gunstige ontwikkeling. Waar wel voor moet worden opgepast is dat er niet zoveel gekort wordt dat het hele moleculair denken verdwijnt. Dat zou krankzinnig zijn. De Regiegroep Chemie maakt zich zorgen: zijn de juiste leerstoelen straks nog aanwezig om het gewenste onderzoek te doen?”

Een mogelijkheid om de problemen met de haperende eerste geldstroom te omzeilen, ziet van Koten in het aannemen van semi-tijdelijk personeel dat van de tweede geldstroom betaald kan worden. “Hierdoor kun je tevens jonge mensen een kans geven. Door nieuwe plekken te creëren op innovatielabs en in kleine bedrijfjes kan nieuwe bedrijvigheid plaatsvinden, met een vastigheid die een tweejarige postdoc niet heeft.”

 

Levenswerk

Door de reorganisaties op de universiteiten verdwijnen een aantal specialisaties. Zo vallen er in Twente zeven leerstoelen weg die nergens anders in Nederland te vinden zijn. Toch is dit nodig, meent decaan Bliek. “Voor deze leerstoelen voorzagen we problemen wat betreft inkomsten uit de derde geldstroom. Daarnaast is de instroom van studenten in biomedische technologie en technische geneeskunde gigantisch toegenomen, maar de staf was daar totaal niet mee in verhouding. Door de reorganisaties is de staf meer in evenwicht met de studentenaantallen.” Volgens decaan Luyben zijn er in Delft tijdens de reorganisaties geen gedwongen ontslagen gevallen, het personeel werd herplaatst of met vervroegd pensioen gestuurd. Verheijen, door de reorganisaties als hoofddocent process systems engineering nu werkzaam bij biotechnologie. “Ik zie het persoonlijk als een uitdaging in je latere loopbaan zo van richting te veranderen. Maar ik weet van veel mensen die met vervroegd pensioen moesten dat zij dit vroegtijdige einde van hun loopbaan als slecht ervoeren. Als je dertig jaar aan iets gewerkt hebt en je levenswerk plotseling wordt opgeheven, dan word je daar niet vrolijk van.”

Hoe staan de bedrijven tegenover de veranderingen op de universiteiten? Verheijen: “De bedrijven zien dat er problemen gaan komen op de arbeidsmarkt, maar dat maakt hen niet uit, aangezien je de tekorten kunt aanvullen met mensen uit andere EU-landen.” Decaan Luyben: “Feit is wel dat de universiteiten door de reorganisaties inspelen op de toekomstige markt.” “Voordat de industrie het probleem signaleert dat de kwaliteit van het onderzoek als gevolg van de toenemende dynamisering naar beneden gaat, kan nog wel even duren”, concludeert de Utrechtse decaan Meijerink. “En pas als zij aan de bel trekt, gaat de overheid wat veranderen. Hoeveel schade zal er dan hersteld moeten worden?”

 

 

FEITELIJK

 

Bezuinigingen:

Utrecht: 3,5 miljoen

Delft: tekort van 1 miljoen op jaarbasis

Twente: 3,7 miljoen

Groningen: 5 miljoen

 

Hoeveel krijgt een universiteit voor een student (technische) scheikunde?

Aan studie beginnen: 4.400 euro

Bachelor halen: 17.200 euro

Master halen: 8.600 euro

 

Daarnaast speelt het aantal diploma’s nog een rol in de verdeling van de onderzoeksgelden. Een extra bachelordiploma levert dan ongeveer 4.000 euro en een masterdiploma ongeveer 8.000 euro op.