Overmoedig vindt Jaap Hanekamp van de stichting HAN het idee om nu aan de slag te gaan met een visie over duurzame chemie in 2030. Henk Groeneveld van het ministerie van Vrom is het daar niet mee eens. ‘We hadden vijf jaar geleden al moeten beginnen.’

“We hopen dat bedrijven het achterste van hun tong laten zien. Als overheid willen we komende tijd ontdekken wat wij moeten doen om een duurzame chemie te stimuleren”, vertelt ir. Henk Groeneveld van het ministerie van Vrom donderdag 15 april op de KNCV-bijeenkomst in Ede.

“In een transitietraject willen we dus niet alleen meppen door zaken te verbieden en vervuilers te straffen, maar vooral ook aaien, bijvoorbeeld via een groener belastingstelsel”, zegt Groeneveld. “De transitieaanpak betekent ook dat de overheid moet snoeien in het woud aan regels om ruimte te maken voor experimenten van koplopers.”

De overheid moet aan de slag om de duurzaamheid van de chemie te stimuleren, klonk er uit de zaal. “De terugtredende overheid moet weer meer eigen verantwoordelijkheid nemen.” Ook het afremmen van de bevolkingsgroei zou een slok op een borrel schelen, maar niemand in de zaal zag dat als een realistische optie.

Spielerei

Groeneveld ziet in 2030 een wereld voor zich waarin geen toxische stoffen zich in het milieu ophopen en er geen versterkt broeikaseffect is. Daarvoor moet de chemische industrie klimaatneutraal opereren, minder afval produceren en minder risico’s op rampen met zich meebrengen omdat er bijvoorbeeld geen chloortreinen meer door Nederland rijden. De geloofwaardigheid van zo’n langetermijnvisie hangt in zijn ogen sterk af van wat je op de korte termijn bereikt. Daarom wil hij samen met de chemici geloofwaardige tussendoelen voor over vijf jaar formuleren die per deelsector kunnen verschillen.

“Zeggen dat klimaatneutraal opereren het beste is voor toekomstige generaties, vind ik een vorm van overmoed”, reageert dr. Jaap Hanekamp van de stichting Heidelberg Appeal Nederland (HAN). “We kunnen niet eens de problemen van vandaag oplossen. We kunnen niet eens voorkomen dat 800 miljoen mensen elke dag weer onvoldoende voedsel krijgen.”

Hanekamp betwijfelt of de overheid wel in staat is een grootscheepse transitie naar een duurzamere chemie met alle betrokken partijen van de grond te tillen. Zeker als die gebaseerd zijn op een toekomstvisie voor 2030. “Zo’n toekomstvisie vind ik spielerei. Uit de geschiedenis kun je leren dat je niet weet wat er tegen die tijd technisch mogelijk is.”

Een overheid kan in de ogen van Hanekamp vooruitgang hoogstens tegenhouden, maar geen grootschalige veranderingen initiëren. “Dat is in de geschiedenis nog nooit gebeurd. Economische processen en slimme ideeën zijn de drijvende krachten. Het transitiedenken riekt in mijn ogen naar de ideeën over het inrichten van de maatschappij uit de jaren vijftig. De geschiedenis heeft een dergelijke manier van denken gelogenstraft. Het enige experiment daarmee, het communisme, is op een groot fiasco uitgelopen.”

De overheid kan wel bedrijven en kenniscentra de ruimte geven om te experimenteren door bijvoorbeeld vernieuwende projecten te subsidiëren, meent Hanekamp. “De overheid moet de spelers dan juist vrij baan geven en niet te veel sturen. Laat juist duizend bloemen bloeien.”

***Kader***

Feit of fictie

Het instellen van ecotaks levert vooral de overheid geld op. Dat was in de tijd van de turf ook al: door de turftaks werd er niet minder turf gestoken.

Het stenen tijdperk hebben we niet verlaten omdat de stenen op waren. Zo zullen we het olietijdperk ook niet verlaten omdat de olie op is, maar omdat we een beter alternatief hebben gevonden.

Onderwerpen