Een Science-publicatie over RNA-sequenties die palladium laten uitkristalliseren tot nuttige nanodeeltjes, kan wellicht beter worden ingetrokken. De controverse is stil gehouden omdat van fraude geen sprake bleek. Maar wie probeert de resultaten te reproduceren verdoet zijn tijd, zo suggereert een bericht op de nieuwssite van, jawel, Nature.
De publicatie in kwestie verscheen in 2004. Bruce Eaton en Daniel Feldheim, toen nog werkzaam aan North Carolina State University (NCSU), claimden dat bepaalde RNA-sequenties in staat waren om palladium te onttrekken aan een organometaalverbinding. Dat palladium zou vervolgens kristallijne nanodeeltjes vormen die eventueel nuttige katalysatoren zouden kunnen zijn.
Hun collega Stefan Franzen was benieuwd naar het onderliggende mechanisme. Hij leende een paar monsters en gaf die door aan een promovendus met verstand van elektronenmicroscopie. Die wist echter geen enkel palladiumnanokristal in beeld te krijgen.
Franzen vermoedde dat het RNA helemaal niets had gedaan,dat de organometaalverbinding gwoon niet goed oploste en dat dáár de kristallen vandaan kwamen. Na maanden discussiëren draaide het er op uit dat hij een officiële klacht wegens wetenschappelijk wangedrag indiende.
Uit het onderzoek van de NCSU bleek dat de combinatie van RNA en organometaalverbinding wel degelijk wilde oplossen, dus daar kon het niet aan liggen. Maar er bleek ook uit dat de manier, waarop het artikel de bereiding van die oplossing beschreef, niet conform de werkelijkheid was. Erger was dat de elektronenmicroscopieopnames, waaruit Eaton en Feldheim hadden afgeleid dat hun palladium kristallijn was, nooit volledig waren geanalyseerd. De claim in Science dát het kristallijn was, miste dus een solide wetenschappelijk fundament en had zo nooit in druk mogen verschijnen.
Kortom: er was geen sprake van fraude maar wel van nalatigheid. Feldheim had er zelf iemand bij moeten halen met verstand van elektronenmicroscopie. Maar de NCSU zag geen reden om verdere actie te ondernemen.
Vervolgens (inmiddels was het 2008) stuurde Franzen een ingezonden brief naar Science. Eaton en Feldheim, die inmiddels naar de University of Colorado zijn verhuisd, antwoordden prompt dat er inderdaad een paar foutjes in het artikel stonden maar dat ze inmiddels de beelden wel afdoende hadden laten analyseren (‘indexeren’ is de correcte term) en dat dat had bevestigd dat er wel degelijk palladiumkristallen op stonden. Ook voor Science was daarmee de kous af.
De NCSU heeft het onderzoek nooit openbaar gemaakt. Maar de redactie van Nature, altijd tuk op vlekjes op het blazoen van haar belangrijkste concurrent, ving er iets over op en deed navraag bij Franzen, die het verhaal gaarne bevestigde.
Eaton en Feldheim houden intussen vol dat hun resultaten gewoon klopten. Recent hebben ze een vervolg gepubliceerd in het Journal of Materials Chemistry, waarin de vorming van de nanodeeltjes andermaal werd bevestigd. Als Franzen het niet kan reproduceren komt dat gewoon doordat hij zijn experimenten verprutst, stelt Eaton.
Blijft het feit dat het anderen ook niet lukt. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Nog geen opmerkingen