Groningse onderzoekers hebben op de computer een liposoom ontworpen met een drukgevoelige porie. Ze kunnen op het beeldscherm zien hoe de inhoud ineens naar buiten spuit als de inwendige druk te hoog oploopt, zo schrijven ze in PNAS.

Martti Louhivuori, Siewert-Jan Marrink en collega’s suggereren dat ze hiermee een nieuwe methode voor gecontroleerde medicijnafgifte op het spoor zijn.

 

Liposomen zijn holle bolletjes op nanoformaat, opgebouwd uit lipiden. Binnenin past een hoeveelheid vloeistof. Het idee om zulke liposomen te vullen met een aantal moleculen van een geneesmiddel en ze vervolgens de bloedbaan in te sturen, is al vrij oud. Probleem is tot nu toe echter hoe je de bolletjes zo ver krijgt dat ze alleen op de gewenste plek, dus bijvoorbeeld in een tumor, opengaan en hun inhoud lozen.

 

In Groningen hebben ze nu bedacht dat je daarvoor een mechanosensitief kanaal kunt gebruiken, een membraaneiwit dat in de natuur dient als een soort overdrukventiel. Celmembranen zijn ook opgebouwd uit lipiden dus in een liposoom moet je z’n eiwit ook kunnen inbouwen, zo luidt de redenering.

 

Voor zover uit het artikel valt op te maken, is dit nog niet daadwerkelijk gelukt. Maar op de computer kun je wel leuk spelen met het idee. Louhivuori heeft het uitgeprobeerd met Tb-MscL, een mechanosensitief kanaal uit Mycobacterium tuberculosis waarvan de 3D-structuur al eerder is opgehelderd.

 

Bouw je dit eiwit in in een liposoom, dan zie je dat het zich inderdad opent wanneer je zó hard in het liposoom knijpt dat de inwendige druk hoger wordt dan 138 bar. Naar schatting kost het dan minder dan 100 microseconden om het liposoom te legen.

 

De werkdruk is waarschijnlijk aardig in te stellen door met de eiwitstructuur van het kanaal te spelen.

Maar over de vraag, hoe je dit precies moet omwerken tot een praktisch bruikbare vorm van medicijnafgifte, doet het artikel helaas geen uitspraak.

 

bron: RUG

Onderwerpen