Nieuw genetische bibliotheek levert nieuwe potentiële medicijnen en nieuwe gebruiksmogelijkheden oude medicijnen
Een nieuwe genetische bibliotheek is samengesteld, die laat zien hoe alle bekende menselijke genen in kankercellen reageren op 164 verschillende medicijnen en chemische stoffen. De bibliotheek is met behulp van DNA microarrays opgesteld door Todd Golub en collega’s aan de MIT en Harvard. De resultaten van het onderzoek zijn in Science (313, 1929-1935) en Cancer Cell (10, DOI 10.1016/j.ccr.2006.09.005) gepubliceerd.
Golub en collega’s stelden (borst)kankercellen bloot aan verschillende chemicaliën. De cellulaire genexpressie werd vervolgens met DNA microarray chips geanalyseerd. De zo verkregen genetische expressieprofielen van de stoffen werden samen in een gegevensbestand ingevoerd. Dit bestand kon dan worden afgezocht met gepubliceerde expressieprofielen van ziektes en andere medicijnen op vergelijkbare of tegenovergestelde patronen.
Bij het vergelijken van eerder gepubliceerde micro-arrayresultaten van hersenen van Alzheimerpatiënten, ontdekten ze bijvoorbeeld dat een medicijn het tegenovergestelde expressiepatroon gaf. Het medicijn zou dus het effect van Alzheimer moeten kunnen omkeren. Het bleek dat vergelijkbare stoffen voor precies die werking worden onderzocht.
In een ander project werd het patroon van patiënten met acute lymfoblastische leukemie met de bibliotheek vergleken. Veel van deze patiënten zijn resistent voor bepaalde medicijnen, de glucocorticoïdes. De patronen van niet-resistente patiënten leverden via de bibliotheek een hit met een medicijn genaamd rapamycine. Deze stof zou dus resistente leukemiecellen niet-resistent kunnen maken. Toen dit experimenteel werd uitgetest op resistente cellen, kreeg men dit verwachte resultaat.
Golub vindt dat de bibliotheek nu moet worden uitgebreid met alle microarray data van alle tot nu toe goedgekeurde medicijnen. Nieuwe gebruiksmogelijkheden voor en onbekende bijwerkingen van oude medicijnen, kunnen zo ontdekt worden, volgens hem. Hij is hierover in gesprek met het US National Institute of Health.
bron: news@nature.com
Nog geen opmerkingen