Aan metabolieten in de urine kun je zien of iemand lijdt aan levercirrose. Dat werkt een stuk prettiger dan een leverbiopsie, suggereert een publicatie in het Journal of Proteome Research.

Met behulp van gas- en vloeistofchromatografie en massaspectrometrie (respectievelijk GC-MS en UPLC-TOFMS) vergeleken Chinese onderzoekers de urine van 31 gezonde mensen met die van 63 patiënten van wie de lever was aangetast als gevolg van een hepatitis B-infectie.

Ze vonden 39 metabolieten die significante concentratieverschillen lieten zien als gevolg van verminderd functioneren van de lever. Zes daarvan staken er bovenuit: alfa-hydroxyhippuraat, tyrosine-betaxanthine, 3-hydroxyisovaleraat, canavaninosuccinaat, estron en glyco-ursodeoxycholaat.

Vervolgens wisten ze een statistisch model te ontwikkelen, dat aan de hand van deze concentraties accuraat voorspelt in welk stadium de cirrose zit. Die informatie is belangrijk bij het kiezen van de medische behandeling.

De onderzoekers moeten wel toegeven dat hun analyseprocedure veel te bewerkelijk is en veel te dure apparatuur vraagt om er een klinische routineprocedure van te maken. Ze hopen dat hun publicatie iemand inspireert tot het uitvinden van een diagnostische test die wèl praktisch bruikbaar is.

bron: C&EN

Onderwerpen