Botulisme kun je het beste bestrijden met een gewijzigde versie van het verantwoordelijke toxine, valt te lezen in Science Translational Medicine.

 

Het zou de eerste remedie zijn tegen de verlammingsverschijnselen, die deze neurotoxines veroorzaken als je de bacterie Clostridium botulinum binnenkrijgt of jezelf laat botoxen. Als de toxines zich eenmaal hebben genesteld in de motorische zenuwcellen, kan tegengif er niet meer bij en moet je afwachten tot het effect vanzelf uitgewerkt raakt, wat maanden duurt.

Voor Min Dong en collega’s van Boston Children’s Hospital is dat laatste een reden te meer om naar een beter tegengif te zoeken. Met een botulismegolf kunnen terroristen de intensive care nog vele malen erger overbelasten dan een coronacrisis voor elkaar krijgt.

Het idee er gemodificeerde botulinetoxines voor te gebruiken, bestaat al langer. De eiwitketen van zo’n toxine heeft een uiteinde dat specifiek motorneuronen opzoekt en door hun celmembraan dringt, waarna het andere uiteinde zorgt voor verlammingsverschijnselen door specifieke eiwitten kapot te knippen. Dat uiteinde weglaten ligt voor de hand, maar geeft problemen met de oplosbaarheid van het restant. Onschadelijk maken met genetische ingrepen kan ook maar het restant blijkt dan om onduidelijke redenen toch nog enigszins toxisch.

Dong maakt nu gebruik van botulinetoxine X, een variant die zijn groep in 2017 identificeerde en die nogal afwijkt van de gebruikelijke botulinetoxines A tot en met G. Toxine X zoekt niet specifiek naar motorneuronen. En de grote verrassing is dat je geen resttoxiciteit ziet (in elk geval niet bij muizen) als je het genetisch gecastreerde knipgedeelte van toxine X koppelt aan het doelzoekende uiteinde van een van de klassieke toxines. In elk geval niet bij muizen.

De volgende stap is dat je aan deze ‘chimera’ nano-antilichamen hangt, gecreëerd door het immuunsysteem van alpaca’s. Inderdaad worden die keurig de motorneuronen in gesleept. Je blijkt er zelfs twee tegelijk te kunnen meegeven aan de chimera’s, werkzaam tegen respectievelijk toxine A en toxine B.

Volgens Dong kun je mogelijk ook problemen met andere celtypes oplossen door de gemodificeerde toxines dáár specifiek naar te laten zoeken terwijl je de membraan-doordringfunctie ongewijzigd laat.